Een erg triest herfstgedicht van Van de Woestijne

’t Is triestig dat het regent in den herfst,/ dat het moe regent in den herfst, daar buiten./ – En wat de bloemen wégen in den herfst;/ – en de óude regen lekend langs de ruiten…. […]

‘Koorts-deun’

’t Is triestig dat het regent in den herfst,
dat het moe regent in den herfst, daar buiten.
– En wat de bloemen wégen in den herfst;
– en de óude regen lekend langs de ruiten….

Zwaai-stil staan graauwe boomen in het grijs,
de goede sidder-boomen, ritsel-weenend;
– en ’t is de wind, en ’t is een lamme wijs
van kreun-gezang in snakke tonen stenend….

– Nu moest me komen de oude drentel-tred;
nu moest me ’t oude vreê-beeldje gaan komen,
mijn grijs goed troost-moedertje om ’t diepe bed
waar zich de warme koorts een lícht dierf droomen,
en ’t wegend wee in leede tranen berst….

Lees ook:  De stad van het fin de siècle in drie poëtische overwegingen

… ’t Is triestig dat mijn droefheid tháns moest komen,
en loomen in ’t atone van de boomen;
– ’t is triestig dat het regent in den herfst….

(Uit: Het Vaderhuis 1903, p. 45)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *