Baudelaire ‘A une Passante’:
Un éclair… puis la nuit ! – Fugitive beauté
Dont le regard m’a fait soudainement renaître,
Ne te verrai-je plus que dans l’éternité?
(Les Fleurs du Mal, 1857)
Piet Paaltjens ‘Aan Rika’:
Slechts éénmaal heb ik u gezien. Gij waart
Gezeten in een sneltrein, die de trein
Waar ik mee reed, passeerde in volle vaart.
De kennismaking kon niet korter zijn.
(‘Tijgerlelies’ 1851-’53, in: Snikken en Grimlachjes, 1867)