Lage Weide
voor Billy McKenzie
Eline drinkt absint
Het huis stond op een industrieterrein
tussen een teerfabriek, rokende pijpen
en een befaamde koffiebranderij;
het rook in de omgeving dan ook heerlijk.
De lucht was blauw, de zon scheen alle dagen.
Het vrachtverkeer reed dreunend op en aan.
Er kwamen ouderwets getrouwde mannen
uit deuren die naar andere deuren leidden,
van wegennetten die banaal gebeurden.
Het uitzicht bood een dun salpeterwoud
dat draaien kon, verbleken en vergroeien
en nooit aanwezig was binnen de muren
dan liefdevol als de commotie week;
contrasten de verschillen overlapten:
the fault is, I can’t find no fault in you.
Veel schaduw viel er zelden in het woud.
Hoe zulke dingen konden wist ze niet.
Als vader er niet was kleedde ze liever
haar broer weer aan. Als ze niet struikelde
doorzocht ze in kantooruren de kamers
uit plichtsbesef en hang naar regelmaat,
in het besef dat zij Eline heette.