En nóg een gedicht voor Jan Toorop

Het lijkt er op dat met aan Jan Toorop opgedragen gedichten van rond 1900 een bescheiden bundeltje gevuld zou kunnen worden. Ditmaal een gedicht van Julius de Boer uit zijn bundel ‘De schoone verbeelding’. […]

Ik heb ze nog niet allemaal gevonden, maar het lijkt er op dat met aan Jan Toorop opgedragen, Nederlandse gedichten van rond 1900 een bescheiden bundeltje gevuld zou kunnen worden. Ditmaal een gedicht van Julius de Boer uit zijn bundel De schoone verbeelding (Amsterdam, 1905). Van de dichter weet ik helaas zo goed als niets, enkel dat hij bevriend was met Toorop. Door welk schilderij hij zich liet inspireren is mij ook nog niet duidelijk. Wie het weet mag het zeggen. Het woord is wederom aan de dichter:

Dorpswinteravond

Aan Jan Toorop.

Hol klonk een stap op de hardgevroren grond,
Dof klonk een stem de smalle dorpsstraat door,
Een staldeur knerst, een terging in het oor,
En smoort, toeslaand, het bassen van een hond.

Sneeuwlooze winter zweeg in d’ avondstond,
En schaduw dekt wat overal bevroor, –
Tot plots door ’t wolkenfloers daalt manegloor
Op dorp en eenzaam land tot ver in ’t rond…

Lees ook:  Gendelettre?

Op ruigte en hagen, beemd en bosschen blinkt
Het koele licht der bleeke wintermaan,
Der sterren uit die heem’len eindloos grootsch…

En in dien killen wemelglans verzinkt
Het winterland als in een oceaan
Van licht, – maar sómber, als in koû des doods.

5 gedachten over “En nóg een gedicht voor Jan Toorop”

  1. bij welk kunstwerk dit gedicht geschreven is, weet ik ook niet (ook ik ben geen specifiek winter- of avondlandschap tegengekomen in de catalogi), maar het is wel opvallend dat ook in Edward Kosters gedicht aan Toorop sprake is van een winterland en een maan. De sterren uit dit gedicht van De Boer komen dan weer voor in het gedicht ‘Sterren / voor Jan Toorop’, geschreven door P.C. Boutens… het betreffen hier ook driemaal vrienden van Toorop. Is hier sprake van een verborgen verband?

  2. Beste Anne,

    Ik denk geen verborgen verband – zou natuurlijk reuze romantisch zijn – maar eerder gewoon toeval en/of is voor zover ik daar zicht op heb Toorop na 1900 mateloos populair en kom je hem aldus al snel overal tegen.
    vr gr
    Sander

  3. Kennen jullie het boekje dat Julius de Boer schreef over Jan Toorop al?
    Julius de Boer, Jan Toorop: Met portret en 30 platen buiten de tekst, Amsterdam 1911. [uitgegeven bij L.J. Veen]

    Ik heb de beelddocumentatie bij het RKD er even op nageslagen, maar zo gauw ook geen werk gevonden wat in de buurt komt. Maar wie weet in de toekomst..

  4. Waarschijnlijk hopen en hopen gedichten moet de te Oosterbeek opererende Miek Janssen (1890-1953; later, meen ik, toch netjes getrouwd, Miek Le Conge Kleyn-Janssen) hebben nagelaten. Deze ‘dichteres’ in de marge schreef boekje na boekje over Toorop, noemde zich een leerling van hem en hij heeft haar een groot aantal malen, tot op latere leeftijd, geportretteerd. Nu heb ik geen publicatie over Toorop ter hand, maar ik neem aan dat ze copieus voorkomt ergens. In ieder geval gaat zij gelijk op met Toorop in dat desastreuze katholicisme van ‘m. Beiden eindigen ze niet alleen als kwezelaars, maar lijken zulks het grootse deel van hun leven geweest te zijn (om adoratie voor Mussolini maar niet te noemen). Tja, hadden we enkel de Toorop van de vroege fase gehad, hij ware een genie geweest.

  5. besten,

    dank voor de reacties! het boekje van de boer zal ik wel eens gezien hebben, maar had het niet paraat, dank dus. En inderdaad, heer Wim, heeft Toorop zichzelf een beetje overleefd. Alhier kan ik ook niets vinden:

    http://www.jan-toorop.com/artwork/?p=6

    het is weliswaar geen definitief overzicht – zit gewoon een handelaar achter, maar toch vrij uitvoerig.
    vrgr
    sander

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *