Fictieve receptie van Octave Mirbeau

Mirbeau (Le Jardin de Supplices, 1899 en Le Journal d’unne Femme de Chambre, 1900 zijn zijn beroemdste en beruchtste boeken) was mijns inziens een van de grootste Franse schrijvers van rond 1900. In Nederland heeft hij geloof ik weinig sporen achtergelaten. Een vermakelijk fictief spoor van zijn nihilistisch, anarchistisch naturalisme is echter te vinden in de roman Het liefdeleven van Leo Trelong van ‘L. de Rooy van Heerlen’ uit 1905 (zie Arabesken nr.25, mei 2005):

-Leest u veel Franse literatuur? vroeg Leo -Nee, héél weinig, ik lees weinig literatuur. Mijn tijd is me eigenlik te kostbaar. De avond is toch al zo gauw om. Van Tolsoi houd ik veel, van Anna Karenina vooral, Tolstoi, dàt is een psycholoog! Maar de Fransen? Toevallig heb ik deze week weer eens ’n Franse roman gelezen. ik had ’t indertijd eens op ’n verkoping gekocht. Le Calvaire [1886, sb] van Octave Mirbeau. Ik geef toe dat ‘t kranig geschreven is, dat er enige mooie fragmenten in voorkomen, o.a. die waar Jean Minthié de Duitse officier vermoordt. O ja, ’t heele boek is één meeslepende vloed van mooie zinnen. Mirbeau is ’n enorm stylist…, maar wat ’n razernij, die liefde van Minthié, wat ’n Venus destructiva, zo’n vrouw als Juliette Roux. En zulke vrouwen ontmoet je telkens in de Franse boeken…Dat is toch bekrompen, beperkt. Zo uitsluitend zinnelijk is niet de liefde van de man voor de vrouw, en zeker niet de liefde van de vrouw voor de man. Leo hoorde verwonderd die afstraffing aan; hij durfde niet te zeggen dat hij de Franse realisten aan ’t bestuderen was om de vrouw te leren kennen!… (p.120)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *