Het brede culturele scala in de Tagebücher van Thomas Mann (1)

Een Duits, algemeen cultureel — maar in het bijzonder literair — fenomeen in de letteren vanaf het fin de siècle tot en met letterlijk de huidige dag, is Thomas Mann. Twee familiekronieken — de nieuwste verfilming van de familieroman Buddenbrooks, en de serie Die Manns — zijn de komende dagen weer op het huiskamerscherm te volgen. […]

Selbstkarikatur uit 1889 van de toen 14-jarige Thomas Mann; toegevoegd aan de eerste bewaard gebleven brief.

Gedachten, ervaringen en verslagen
Altijd opnieuw als ik in de Tagebücher van Thomas Mann (1875-1955) lees, bekruipt mij een gevoel van sterke tweeslachtigheid welke wordt veroorzaakt door de inhoud van die bijna dagelijks genoteerde gedachten en gevoelens, over hetgeen de man bezighield: dat konden intense kleinigheden zijn die soms met slechts een trefwoord worden vermeld, dan wel met een halve zin; soms ook gebruikt de auteur weer wat meer omschrijvende woorden of enkele zinnen. Vooral in de latere periode van zijn leven staan er meer en meer mededelingen in telegramstijl in die dagboeken.
Veelal gaat het over wat hij las en schreef, over de correspondentie met familie, vrienden, kennissen, collega’s en uitgevers, over politieke situaties en, niet te vergeten, over het wel en wee van wat er van hemzelf was gepubliceerd. Kunsten, en daarbij vooral de letteren, komen dan ook ruimschoots aan bod in de omvangrijke dagboeken, die in de gepubliceerde delen ruimschoots van commentaar worden voorzien. Elk boek met de inhoud van de dagboeken in drukvorm — elk deel beslaat twee of drie jaren — heeft ruim tweemaal zo veel plaats nodig voor dat Notenapparaat dat ook nog eens in een kleiner lettercorps is gedrukt.
Een tweede overheersende aspect van die gestolde tijd betreft een voor de auteur zelf kennelijk heel belangrijk onderdeel van dat zeer particuliere schrijverschap betreffen de woorden en zinnen over zijn lichamelijke gesteldheid en in dat kader vooral de ongemakken waardoor de man wordt geteisterd. Dat we daarbij in de praktijk nu ook nog deelgenoot moeten worden van zijn rectale kwellingen of van de omschreven vorm van defectatie, irriteert hier en daar toch (on)behoorlijk. Hoewel er, beseffen wij, ook mensen zijn die juist door zulke beschrijvingen enigszins tot sterk geprikkeld raken, zeker als zij anale toestanden interessant vinden. Pas als deze in zeer fraaie, humoristische of anderszins literaire bewoordingen worden uitgemeten, kunnen ze eventueel de status van aanvaardbaarheid krijgen. Doch juist die breedvoerig de pen hanterende Thomas Mann, vooral waar dat zijn gro(o)t(s)e verhalen betreft — zoals de romansBuddenbrooks en Der Zauberberg — bedient zich in die Tagebücher veelvuldig van de telegramstijl en die leent zich — afgezien wellicht voor een heel specifieke vorm van poëzie — minder voor literatuur van hoog niveau, maar daarvoor had de schrijver ze — ondanks diens ijdelheid en zijn wens als auteur van wereldniveau te worden ingeschat — dan ook niet bedoeld.

Meer details
Door de wijze waarop genoemde elementen in het dagelijks leven aan Thomas Mann voor het nageslacht bewaard zijn gebleven, komt toch nog meer aan het licht over de man en zijn niet alleen directe omgeving, maar tevens omtrent de grote kring van vrienden, kennissen, correspondenten en andere mensen en menigten dan door middel van diens grote literaire werken en de Erzählungen. Hier komt een hypochondrische persoonlijkheid uit de verf met angsten en anale trekken, welke hier en daar zelfs lijken te worden gecultiveerd.
Het positieve in die grote hoeveelheid notities wordt onder meer gevormd door de op- en aanmerkingen over schrijvers en hun werken, uitgevers en hun bemoeiingen om het oeuvre van de Grote Tovenaar te verspreiden. Tevens worden we geconfronteerd met specifieke aspecten van een mensenleven, van de — ‘zich herhalende’ — geschiedenis als gevolg van conflicten die beklijven en instituten die niet schromen internationale beroemdheden in te zetten voor een ogenschijnlijk maatschappelijk positief sociaal doel dat echter een façade zou blijken. In dat opzicht verschilde het leven van de Manns ‘in ballingschap’ in het Amerikaanse Pacific Palisades niet of nauwelijks van het door tal van marginalia beheerste bestaan in het vaderland van dit gezin, voordat de machtsovername door de Hitler-maffia het oude Duitsland zou veranderen in een voor kritische intellectuelen onbewoonbaar verklaard gebied.

Lees ook:  Buddenbrooks-verfilming uit 1959 opnieuw op de buis

Buddenbrooks
Uit de notities over boeken en schrijvers valt op te maken dat het scala aan interesses van Thomas Mann zich niet beperkte tot belletrie, maar dat zijn horizon heel wat verder reikte. Het uitgebreide register — naast dat met alleen verwijzingen naar het oeuvre van de auteur in de tekst van de dagboeknotities — is daarvan de ontwijfelachtige getuige. Componisten en beeldend kunstenaars, dirigenten en critici, journalisten, en wetenschappers uit tal van disciplines passeren de revue.
In heel veel van die dagboeknotities zijn verwijzingen te vinden naar de eerste grote roman uit 1901, Buddenbrooks, die de aanleiding voor de toekenning van de Nobelprijs voor Literatuur in hoge mate heeft beïnvloed. Daarover is op deze site onder meer gepubliceerd op 17 december 2006, naar aanleiding van de verfilming uit 1959, die ook diverse malen in de dagboeken van Thomas Mann opduikt.
Aangezien de Buddenbrooks-verfilming uit 2008 op donderdag 23 december in zijn geheel door Arte-tv zal worden uitgezonden — tussen 20;15 uur en 23:15 uur —, en deze de komende week, maar dan in twee afleveringen via het eerste Duitse publieke televisienet opnieuw zal worden voorgesteld, zal in de tweede aflevering van dit artikel — die één dezer dagen op deze site zal worden gepubliceerd — nader worden ingegaan op enige van de talrijke dagboekaantekeningen over de vele aspecten van Buddenbrooks vastgehouden door die mastodont van de Duitse letteren welke vooral gedurende de eerste helft van de twintigste eeuw zijn invloed rijkelijk en breed uitgemeten heeft doen gelden — die echter zijn basis reeds in het fin de siècle stevig heeft verankerd, en wiens rol vooralsnog niet uitgespeeld dreigt te raken.

(wordt vervolgd)
__________
In een artikel van november hebben we  op deze site aandacht besteed aan de hoorspelversie van de nieuwste verfilming van Buddenbrooks. Zie tevens onze bijdrage op de site Tempel der Actualiteit, met betrekking tot enkele dagboeknotities van Thomas Mann op 23 december 1951.
Zie verder onze mededelingen omtrent Buddenbrooks als kerstgeschenk van Opa Thomas aan kleinzoon Fridolin in 1954, opgenomen in een kort artikel van heden op de site Tempel der Letteren. Enige aandacht voor onze tekst van 24 december op de site Cultuurtempel zou onzes inziens eveneens iets interessants aan het licht kunnen brengen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *