Op de afgelopen mei-veiling van een welbekend Leids veilinghuis werd een bijzondere Couperus aangeboden voor de gefortuneerde en bibliofiele liefhebber: een Van oude menschen… in een perkamenten band. Bijzonder en mooi:
BINDINGS — COUPERUS, L. Van oude menschen, de dingen, die voorbijgaan … Amst., L.J. Veen, (1906). 2 in 1 vol. 233; 221 pp. Copy bound in cont. vellum w. gilt ornaments and lettering after a design by J.J.C. (‘Chris’) Lebeau, t.e.g. (Some foxing in places (espec. to first 8 lvs.)).
¶ In 2009 a similar copy came to market from the library of G. Stuiveling, by then the only copy recorded in a vellum binding (unknown to Van Vliet (2000), pp. 243-5). Binding by Chris Lebeau (1878-1945), one of the leading artists of the Dutch Art Nouveau movement.
Het boek was getaxeerd op 9000 euro, maar leverde het mooie bedrag van 10.000 euro op. Er werd uiteraard meteen gespeculeerd over de herkomst van dit boek. We citeren Couperusverzamelaar Han Peek in zijn Binocle van 23 april over deze en over de enkele jaren geleden geveilde eerst bekende perkamenten versie:
Natuurlijk werd er druk gespeculeerd over de herkomst van dit speciale boek. De ene lezing was dat Veen deze band speciaal voor Louis Couperus had laten vervaardigen. Dat klonk aannemelijk, aangezien Couperus zijn uitgever Veen op 17 juli 1900 schreef: ‘Niet meer zoo iets geels als Fidessa, dat vond ik niet mooi.’ Maar verder is er geen enkele correspondentie bekend waarin Veen, Couperus of binderij Brandt gewag maakt van deze perkamenten uitgave. Bovendien meldt Couperus in een brief van juli 1906: ‘ik ontving de Oude Menschen, dat er aardig uitziet in zijn gelen band.’
Een andere lezing is dat een binder bij binderij Brandt het naar het ontwerp van Chris Lebeau gemaakte bandstempel ‘geleend’ heeft om voor zichzelf (?) een perkamenten band te maken. Maar ook hiervoor ontbreken bewijzen.
Groot was dan ook de verrassing toen in de catalogus 337 van de veiling in mei 2013 van Burgersdijk & Niermans te Leiden een tweede exemplaar van Van oude menschen werd aangeboden in een perkamenten band met het ontwerp van Chris Lebeau. Zoals omschreven bij kavel 896: ‘In 2009 a similar copy came to market from the library of G. Stuiveling, by then the only copy recorded in a vellum binding.’ De inzetprijs is 9000 euro, exclusief. 24,2 procent opgeld.
Een exacte vergelijking van deze twee perkamenten banden zou misschien antwoord kunnen geven op de vraag of deze identiek zijn, maar dan blijft er nog een belangrijke vraag over: waarom en voor wie werden deze twee perkamenten banden gemaakt?
Mag ik zo vrij zijn om als wellicht volstrekt onkundige amateurbibliofiel, boekenantiquaar- en veilingmedewerker in ruste enkele mogelijke antwoorden op deze vragen te formuleren? Het is namelijk, als je het mij vraagt, allemaal lang niet zo mysterieus en romantisch als men wel zou willen of denken.
1. Het is goed mogelijk dat Veen inderdaad een perkamenten band heeft laten maken voor de auteur. Dat daar geen spoor van te vinden is in de correspondentie is geen bewijs voor het tegendeel.
2. De lezing dat een binder het ontwerp zou hebben geleend om voor zich zelf een perkamenten band te maken is kolder. Een binder was gewoon een medewerker en dat deze medewerker zo verguld was met een Couperusband dat hij van zijn werkgever stal om zijn eigen unieke exemplaar te maken is een Dan Brown-achtig, modern sprookje.
3. Waarom en voor wie werden deze perkamenten banden dan gemaakt? Welnu, die werden gemaakt omdat dat gebruikelijk was: als het even kon maakte de uitgever een paar mooie perkamenten banden en die gingen naar de auteur, mecenassen en/of relaties van de uitgever, zoals bij de moderne literatuur dat vaak de gebonden en genummerde exemplaren met stofomslagen zijn. Deze perkamenten Couperus valt natuurlijk op, zoals de perkamenten Elsschots en Van Deyssels in mindere mate ook opvielen. Maar niet alleen de boeken van hen die wij nu als enigszins goede auteurs beschouwen, vielen de perkamenten eer ten deel. De perkamenten Van Looys en Boutens raakten niet bepaald uitverkocht. En tijdens mijn bescheiden boekensneupervaringen laat ik de perkamenten De Meesters, Boudier-Bakkers, Querido of Robbers en andere mindere goden uit de periferie rond Couperus, uitgeverij Veen of uitgevers die er vrijwel identieke uitgeefpraktijken op nahielden doorgaans liggen, omdat ze nu eenmaal aardig maar niet bijzonder zijn, want afkomstig van mindere schrijvers. Vergeet ook niet dat de praktijk van het genummerde en op naam uitgeven en binden van exemplaren in bibliofiel Nederland niet eerder dan pak hem beet vanaf 1915 ingang vond.
Kortom: waarom bestaan er enkele perkamenten exemplaren van Van oude menschen? Omdat het – als u het mij vraagt – rond 1900 gewoon uitgeefpraktijk was. Maar misschien weet Perkamentus een beter antwoord?
Ik kan mij – zonder onderzoek naar de herkomst van dit exemplaar – wel vinden in de mogelijke antwoorden van deze ‘volstrekt onkundige amateurbibliofiel, boekenantiquaar en veilingmedewerker in ruste’. Zoals onder punt 3 is omschreven zijn er van tal van uitgaven rond die tijd (fictie en non-fictie) wel in perkament gebonden exemplaren te vinden. Inderdaad, vaak voor de auteur, de uitgever of direct betrokkenen.
Hoeveel zullen het er geweest zijn in dit geval? Denk 3 of hoogstens 5. We wachten rustig af, duiken vast op de komende jaren, 10.000 is genoeg reden om dat ouwe boekie van oma toch op de veiling te gooien, me dunkt!-:
Er zijn natuurlijk meer auteursexemplaren in perkament bekend: van God en Goden (1903), Herakles (1913), Majesteit (1893) en Over lichtende drempels (1902). Daarnaast is er een perkamenten De zwaluwen neêr gestreken… (1911) bekend waarvan Wilma Schuhmacher beweert dat het een uitgeversband is (maar hetgeen mij uiterst onwaarschijnlijk lijkt, al was het maar omdat het zo lelijk is). Tot slot, zo vreemd is dat bindersverhaal overigens niet: van Iskander (1920) bestaat een uniek in heelleer gebonden exemplaar (nu: Eekhof-collectie in de KB) dat afkomstig is van de binder die het voor zichzelf liet maken/maakte. EPV
Deze bedoel je
“4. Niet in Van Vliet
Gebonden in perkamenten band met doorgehaalde rug en sierrand en belettering in goud. Ex. van Couperus zelf, met zijn waarschijnlijk door zijn vrouw aangebracht nummer op het eerste schutblad.
Boekblokformaat 12,5 x 16,3 cm, bandhoogte 16,8 cm hoog. Goud op snee, rechts en onder niet schoon gesneden. Kapitaalbandjes boven en onder. Gegevens binnenwerk verder gelijk aan vorig nummer. Het was niet ongebruikelijk in die dagen de auteur een handgebonden exemplaar in perkament cadeau te doen. ”
Is inderdaad wishful thinking, dat van die nummering lijkt me een verzinsel, totdat er exemplaren van boeken uit aantoonbara C.’s bezit hebben die een idem nummering hebben. Maar lijkt we onwaarschijnlijk, als C.’s bibliotheek keurig genummerd was, waren er mogelijk meer exx., Nederland is klein, aantoonbaar daaruit afkomstig overgeleverd.
Het was inderdaad zeer gebruikelijk om een paar exemplaren in perkament uit te voeren voor de auteur, uitgever en goede relaties. Het uitgeven van een speciale genummerde oplage was volgens mij al wel eerder in zwang. Ik heb zelf bv een genummerd exemplaar van het Hooglied van Salomo (1905) van P.J.C. Klaarhamer en Bart van der Leck. Vaak ging het dan om geïllustreerde boeken in een kleinere oplage waarvoor je moest intekenen.
Is dat exemplaar van het Hooglied een perkamenten exemplaar? Want ik ken vele exemplaren van die genummerde exemplaren van het Hooglied die bepaald niet zo zeldzaam zijn als een (tot 2009 onbekend) perkamenten exemplaar van “Van oude menschen” waarvan dus onlangs een tweede exemplaar opdook; ik verwacht eerlijk gezegd geen derde…
@sander: ja, die bedoelde ik. Het lijkt me beslist geen auteursexemplaar. Ik moet nog eens nakijken of die ook geveild werd uit de nalatenschap van de weduwe Couperus maar ik kan zo gauw die catalogus niet vinden. PB
En hier is de band beland: http://blog.kb.nl/collecties/boekbanden/aanwinst-couperus-perkament
en heb nu ook, mogelijk onjuist idee waar ie vandaan komt [‘ uit de kunsthandel’ ] maar daar hoeven we niet over te speculeren, dat weten ze bij b-n natuurlijk gewoon, welke al dan niet opgedoekte kunsthandelaar hem inbracht
Binnen niet al te lange tijd zullen we de twee nu bekende exemplaren van de perkamenten Van oude menschen… onder deskundige begeleiding gaan vergelijken. Wij verheugen ons daarop.
@sander: inderdaad: bij de veiling van de nalatenschap van Couperus werd, zoals ik al dacht, géén perkamenten exemplaar van De zwaluwen geveild; het moet dus wel zeker zijn dat dit lelijke perkamenten ‘Schumacher’exemplaar niet Couperus’ eigen exemplaar was.
PS: er werd wel een exemplaar van De zwaluwen geveild maar er staat daar niet expliciet bij vermeld dat dit een perkamenten exemplaar was, hetgeen toch wel vermeld zou zijn geworden. Het perkamenten exemplaar staat wel vermeld als nr. 103 in de Schuhmacher-Couperus-catalogus uit 1963 met “Ex bibliotheca Louis Couperus”.
PS2: het kavel van acht boeken, waarvan drie titels genoemd, en waaronder De zwaluwen (alle overigens in linnen gebonden!, ging overigens inderdaad wél naar Schuhmacher (voor 22 gulden…). Ik vrees dat de Schuhmachers al in 1863 een linnen exemplaar uit het bezit van Couperus verwisseld hebben met het perkamenten exemplaar (dat niet van LC is); in 1963 werd het perkamenten en een linnen en een gekartoneerd exemplaar aangeboden. Iemand kocht dus waarschijnlijk toen Couperus’ exemplaar voor slechts 7,50 gulden, en een ander het perkamenten exemplaar voor 100.
dank voor deze aanvullingen!