Steun aan minister Ronald Plasterk vanwege Hitlers Mein Kampf

Verdiende steun voor een goede zaak
Hoewel we in deze kolommen wel eens een beetje de vloer hebben aangeveegd met Ronald Plasterk, de huidige Nederlandse minister van culturele zaken en aanverwants, verdient hij alle ondersteuning, nu hij een lans breekt voor het boek Mein Kampf, het geschrift van een der meest dolgedraaide, geïncarneerde geestelijke defecttoestanden, die dit ondermaanse tot 1945 heeft gekend: Adolf Hitler (1889-1945). Na diens heengaan wordt deze globe echter al te dicht bevolkt door ten minste net zo krankzinnige, en hier en daar nog weerzinwekkendere en gevaarlijkere regeringsleiders, die zich voldoende hebben geëxponeerd als in ieder geval even zo gruwelijke oorlogsmisdadigers.

Hitlers minst abjecte geschrift
Hoewel het jaar van verschijnen, 1924, van dat Hitler-boek, eigenlijk buiten het blikveld van het fin de siècle valt, hebben we in januari van dit jaar aandacht besteed aan het toen nieuwe boek van Norman Mailer dat over het weinige wel en het erg vele wee in verband met dol-dwaze Dolfje in een artikel getiteld Feiten en fictie over de incarnatie van het Kwaad, alhier afgedrukt op woensdag 31 januari 2007. Aangezien Hitlers eerste levenshelft zich wel in die periode van de eeuwwisseling heeft afgespeeld, zijn we de berichtgeving over zaken die hem raken, maar vooral met betrekking tot Mein Kampf blijven volgen, dat laatste nog sterker dan voorheen, en niet alleen in eigen land, maar ook daarbuiten. Tenslotte is Mein Kampf in Turkije een bestseller, die relatief veel waardering oogst. Specialisten in Duitsland, die zich intensief met alle geschriften van deze Adolf Hitler hebben beziggehouden, hebben er evenzeer bij herhaling op gewezen dat dit — terecht zo verguisde, want van ernstige gespletenheid en andere geestelijke dwalingen getuigende — boek het minst erge van alle geschriften is dat de incarnatie van het Kwaad heeft afgescheiden. Het hoofd van het bewuste instituut liet jaren geleden, toen eveneens in Duitsland de discussie weer eens omtrent Mein Kampf was opgelaaid, in een bijdrage van een der culturele Duitse televisieprogramma’s — ik meen dat het titel thesen temperamente is geweest — een hele rij wetenschappelijk verantwoorde en dito geannoteerde boeken zien, die alle door deze Hitler zijn geschreven. Met nadruk wees hij op een opening tussen die delen: daar zou, indien in de juiste chronologische volgorde geplaatst, Mein Kampf horen te staan.

Professor Walter Jens
De voormalige hoogleraar Klassieke Filologie aan de universiteit van Tübingen, Walter Jens (geb. 1923), die niet alleen als literatuurcriticus en -historicus werkzaam is geweest, maar ook diverse boeken op tal van gebieden heeft geschreven — en tevens als hoofdredacteur van de laatst verschenen editie van Kindlers Literatur Lexikon heeft gefunctioneerd —, pleit ook al heel lang en bij herhaling voor een vrijgave van Hitlers tekst in kwestie, al heeft hij daarbij wel het strikte voorbehoud gemaakt dat deze in dat geval uitsluitend in een geannoteerde en helder becommentarieerde editie zou worden uitgegeven.
Het valt te hopen dat Ronald Plasterk zijn zin krijgt, en dat kan alleen als hij voldoende steun krijgt van de juiste zijden, en niet wordt gedwarsboomd door allerlei minkukels die in het kader van de eigen geestelijke onmacht menen dat we dan nu maar minister Plasterk en/of diens meningen moeten verbieden.

Lees ook:  The Faber Pocket Guide to Wagner

Saillante details
Mein Kampf werd geschreven toen Hitler gevangen zat in Landsberg, vanwege zijn deelname aan de aan alle kanten rammelende en door Hitler zelfs niet werkelijk gewilde poging om op 23 november 1923 de macht in Beieren te grijpen. Voor zijn aandeel daarin werd hij weliswaar tot vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld, doch reeds in december 1924 weer vrijgelaten. In dat jaar schreef hij Mein Kampf. Het papier en de inkt daarvoor ontbraken hem in principe, maar deze attributen werden hem verstrekt door één van zijn grootste bewonderaarsters — tot het laatst toe en nog decennia daarna — Winifred Wagner (1897-1980), die hem regelmatig tijdens zijn detentie heeft bezocht. Zelfs dertig jaar na de oorlog was deze onverbeterlijke vagina dentata trots op het feit dat zij dit had gedaan en stelde ze tevens dat ze Wolf met open armen zou ontvangen indien hij zomaar de deur weer binnen zou komen, daar in het Wagneriaanse Walhalla te Bayreuth. En ze heeft geen gelegenheid voorbij laten gaan om daar altijd weer de nadruk op te leggen.
Is het in een dergelijk kader verwonderlijk dat menigeen, ook drie decennia na de oorlog, angst koesterde voor tal van elementen van die, ook thans nog niet werkelijk verdwenen, Mofse Monsterlijkheid?
__________

Commentaar
Het zeer prijzenswaardige initiatief van minister Plasterk, dat ondersteuning verdient, mag echter niet verzanden in vrijblijvendheid. Het zou de minister sieren als hij de eerste stap in deze context zou laten volgen door de mededeling dat hij snel zal komen met een plan van financiële ondersteuning die nodig is om een zo aanvaardbaar mogelijke, geannoteerde en wetenschappelijk verantwoorde uitgave van het boek in kwestie te realiseren. Pas dan kan er definitief een einde komen aan meer dan een halve eeuw onnodig gesteggel over een, inderdaad abject en moeilijk te verteren, geschrift van iemand wiens geestelijke vermogens in die bewuste periode reeds in verregaande staat van ontbinding verkeerden.

_________
NB De bijbehorende resterende afbeeldingen zullen, net als in voorgaande artikelen, worden geplaatst na terugkeer uit den vreemde van de daarvoor verantwoordelijke bureauredacteur.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *