Over ‘Larec Eeren’: de jongere kunstbroeder van…

Men zou het weinig bekende werk van Frans Joseph Marie de Nerée tot Babberich (1882-1929) kunnen scharen onder de lopende reeks ‘ Beardsley in Holland’, maar daarmee doe je de kunsthistorische werkelijkheid enigszins geweld aan. Hij haalde de artistieke mosterd immers niet bij Aubrey Beardsley vandaan, maar bij het fraaie werk van zijn iets oudere en bekendere broer Carel (1880-1909). […]

Men zou het – eufemistisch gezegd weinig bekende* – werk van Frans Joseph Marie de Nerée tot Babberich (1882-1929) kunnen scharen onder de lopende reeks ‘ Beardsley in Holland‘, maar daarmee doe je de kunsthistorische werkelijkheid enigszins geweld aan. Hij haalde de artistieke mosterd immers niet bij Beardsley vandaan, maar bij het fraaie werk van zijn iets oudere broer Carel (1880-1909). Van je familie moet je het immers hebben. Frans en Carel waren ‘enorm op elkaar gesteld’ en hij ‘sprak altijd over Carel, maar had een sterk minderwaardigheidscomplex,’ herinnerde mevrouw J.C. van Gestel-van Keken (1892-1986) zich in 1970 (De Nerée-archief). Zij werd bekend als danseres onder de naam  Marjon Gray, en kende Frans vanaf circa 1910.

Frans werd net als zijn bekende broer geboren in Huize Babberich, nabij Zevenaar, en was de derde en laatste zoon. Enig schilderkunstig onderwijs kreeg hij de schilders  Salberg en Melchers. Hij heeft niet veel werk nagelaten, en het werk dát er nog is, wordt nog wel eens verward met dat van Carel. Dat hij ook nog eens met het anagram ‘ Larec Eeren’  signeerde hielp natuurlijk ook niet echt. Een voorbeeld is de hier afgebeelde aquarel ‘geïdealiseerd portret van Enny Vrede‘, Aartsengel‘ (waarschijnlijk uit 1915, in 1977 bij Sotheby Mak van Waay geveild, huidige locatie onbekend). In de catalogus Nagelaten werken Karel de Nerée tot Babberich (Haarlem, 1951) staat het onder nr. 71 vermeld. Het werk lijkt oppervlakkig weliswaar op dat van Carel, maar het mist het oververfijnde en ‘perverse’. Toch vind ik het meer dan aardig; het doet denken aan sommige Couperus-illustraties van Otto Verhagen. ‘Het portret van Odette Myrtil’ (uit De ware Jacob, 27 juli 1915) is wellicht minder geslaagd, maar wel — en daarom curieus genoeg om op te merken — een  poging om een femme fatale neer te zetten, zoals we die ook bij broer Carel zien.

‘Invloed van zijn broer. Hij schildert naakt en landschappen. Hij tekent voor den waren Jacob,’ schrijft Plasschaert kort en bondig in Korte geschiedenis der Hollandsche Schilderkunst (…) in 1923. Wel kreeg hij in 1915 bij de Haagse kunsthandel d’Audretsch een aparte tentoonstelling, die overigens gemengd werd ontvangen. Ondanks dat Frans ‘nooit bewust naar ’t werk van Carel tekende’ (aldus Marion Gray) is het onvermijdelijk dat hij in de recensies van zijn tentoonstelling toch wordt vergeleken met zijn bekende broer:

Lees ook:  Fin de siècle (3)

Hij is een broeder van den bekenden teekenaar Karel de Nerée, en hij is op dit oogenblik een volgeling van den Verfijnde. Hervond een gelijke geestesgesteldheid in hem zich tenslotte in het werk van den ouderen broeder? Het lijkt zoo (gedeeltelijk). (…) Nu vertoonen de teekeningen treffende overeenkomsten met Karel’s werk; een soortgelijke nactuur zoekt soortgelijke voorwerpen van beschouwing weer te geven. Er is natuurlijk verschil. Bij Frans is het werk zwakker, de lijn is molliger, en zij is minder scherp en snel getrokken. Bij Karel is de spanning vele malen groter (….) (Het Vaderland, 29 mei 1915)

Ook was in hetzelfde jaar werk van Frans te zien op de tentoonstelling ‘De onafhankelijken’ in Amsterdam. Daarover schreef men: ‘In de eerste zaal trekt werk van den jongeren de Nerée tot Babberich de aandacht. Hij is in denzelfden trant gaan werken van zijn broer Carel, doch heeft niettemin zijn eigen nuance.’ (Onbekende krant)

Een van de bezoekers was overigens Theo van Doesburg, die er over schreef in De Eenheid van juni 1915: (‘Naar aanleiding van “De Onafhankelijken”. 5de Jury vrije tentoonstelling te Amsterdam.’), maar een De Nerée wordt er helaas niet in genoemd.

* De hier gebruikte archiefbron was bij de voorbereiding van het Beardsley in Nederland-artikel nog niet ter beschikking.

3 gedachten over “Over ‘Larec Eeren’: de jongere kunstbroeder van…”

  1. Hij heeftzogezegd simultaan in een geheel andere, = zijn eigen stijl, gewerkt. Een stijl die echter zeer traditioneel is, dus kort gezegd: neen…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *