Sofja Goebajdoelina verklankt delen uit Rilke’s ‘Stundenbuch’

De Russische componiste Sofja Goebajdoelina (*1931)Festival in Groningen met muziek van
Sofja Goebajdoelina
en Heiner Goebbels
Op zaterdag 21 oktober geeft het Noord Nederlands Orkest in Groningen ― in de grote zaal van Cultuurcentrum De Oosterpoort, tijdens een concert dat om 20:15 uur begint ― de eerste Nederlandse uitvoering van Aus dem Stundenbuch (1991) van de Russische componiste Sofja Goebajdoelina (*1931), wier naam veelvuldig als Sofia Gubaidulina wordt gespeld (1).
Niet alleen speelt het orkest die avond werk van deze Russin, die zelf aanwezig zal zijn tijdens het gehele festival ― dat van 18 tot en met 22 oktober op diverse locaties in Groningen zal worden gehouden ―, maar wordt haar grote compositie voorafgegaan door twee nieuwere werken van Heiner Goebbels (*1952), die alle muzikale gebeurtenissen eveneens zal bijwonen. Hij valt echter buiten het blikveld van ‘onze periode’, rond 1900. Dat zou in principe evenzeer met Sofja Goebajdoelina het geval geweest zijn, ware het niet dat haar compostie voortspruit uit Rilke’s Stundenbuch dat in 1905 in druk is verschenen, doch reeds voordien, keurig rond 1900, was geschreven.

Sofja Goebajdoelina
Echt tot de groepering stiefkinderen van de nieuwere toonkunst kan Sofja Goebajdoelina niet meer worden gerekend. Niet alleen is haar naam sedert enige tijd opgenomen in de canon van de hedendaagse muziek en heeft ze dientengevolge inmiddels in diverse naslagwerken een redelijke plaats toegewezen gekregen, maar is ze heden ten dage tevens een veelgevraagde componiste, die ook dikwijls wordt uitgenodigd om de uitvoering van (een) nieuw(e) werk(en) bij te wonen, zoals dat enige weken geleden tijdens één van de BBC Proms in de Londense Albert Hall het geval was, en thans in de noordelijke metropool van ons land gebeurt.
In Groningen heeft de komende week voor het zesde achtereenvolgende jaar een muzikaal herfstfestival plaats, waarbij een eigentijdse componist in het middelpunt staat. Evenals in de vijf voorgaande jaren organiseert de Stichting Prime deze gebeurtenis in samenwerking met het Noord Nederlands Orkest. Dit jaar is gekozen het werk van twee eigentijdse componisten centraal te stellen, die echter een generatie uiteen liggen. Een wat ongelukkig geformuleerde zin in de door de organisatoren opgestelde tekst wekt de indruk dat deze beide componisten voor het zesde achtereenvolgende jaar deze functie vervullen.
Sofja Goebajdoelina wordt volgende week 75 jaar, Heiner Goebbels is echter (nog maar) ruim een halve eeuw jong. Beiden hebben weliswaar de eerste vier letters van hunTitelpagina van de Insel-editie (van 1920) van Rilke’s ‘Stundenbuch’ achternaam gemeen, maar die overeenkomst blijft beperkt tot de gedrukte versie, want de uitspraak ervan verschilt, omdat het Duits onze oe-klank geheel anders waardeert. Of die kleine overeenkomst voldoende is geweest om als doorslaggevende factor te gelden in de keuze voor deze twee prominente musici, valt vanzelfsprekend sterk te betwijfelen.

Muzikale invloeden
Hoewel Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) en Anton von Webern (1883-1945) een zeer diepgaande betekenis hebben voor het compostorisch werken van Sofja Goebajdoelina, is en blijft het Johann Sebastian Bach (1685-1750), die de dagelijkse muzikale gevoelssfeer voor haar bepaalt. Hoewel zij als eigenzinnig te boek staat, houdt Sofja Goebajdoelina zich beslist niet afzijdig van andere eigentijdse stromingen in de toonkunst, en dat geldt niet alleen binnen haar oorspronkelijke werksfeer Rusland, en heel in het bijzonder Moskou, waar ze gelijktijdig met Edison Denisov (1929-1996) aan het conservatorium studeerde bij Vissarion Sjebalin (1902-1963) en ook, van 1954 tot 1959, bij de Sjostakovitsj-leerling Nikolaj Pejko (1916-1995). Grote bewondering koestert ze daarnaast voor de kalme en open muziek van nog een generatiegenoot: Arvo Pärt ― in 1935 geboren in Estland, en al eerder protagonist van zo’n herfstfestival van Prime en het NNO. Nog weer verder naar het westen zijn het Luigi Nono (1924-1990), Helmut Lachenmann (*1935) en György Kurtág (*1926) die haar onverdeelde belangstelling hebben, evenals de Engelse collega Peter Maxwell Davies (*1934).

Nieuwe opgaven
Steeds opnieuw gaat ze voor haar werk op speurtocht naar het ware wezen in de eigen ziel, en dat leidt ertoe dat ze elk nieuw werk als een geheel nieuwe opgave en uitdaging ziet, en probeert ze iets te vinden dat in het reeds bestaande werk nog niet aanwezig is. En dikwijls gebeurt het dat het nieuwe stuk een reactie en aanvulling vormt op het voorafgaande. Maar als ze daarin dan nog niet voldoende aan ‘antwoorden’ vindt, moet er daarna nog meer worden aangevuld vanuit een geheel andere conceptie. Bijna twintig jaar geleden reeds verklaarde Sofja Goebajdoelina, in een gesprek met mevrouw Makajeva (2), dat het echter lang niet altijd mogelijk is, alle zich aandienende wegen ook daadwerkelijk te bewandelen.

Tegenstellingen vereend
In de titels van sommige composities zijn tegenstellingen op één noemer gebracht: Lawaai en Stilte is de titel van een stuk uit 1974 voor cembalo, celesta en slagwerk. Licht en Donker voor orgel ontstond twee jaar daarna. Rilke in zijn werkkamer van het huis in Westerwede, in 1901, het jaar waarin hij het tweede onderdeel van het ‘Stundenbuch’ heeft geschrevenStemmen…Verstommen, een puur instrumentale symfonie in 12 delen uit 1986 is zo’n voorbeeld, en dat geldt eveneens voor het orkestwerk Pro en Contra dat drie jaar later werd voltooid. het bedrieglijke aangezicht van hoop en vertwijfeling is de titel van het in 2005 uitgegeven Concert voor Fluit en groot orkest.
Indien de huidige samenwerking tussen Sofja Gebajdoelina en het Noord Nederlands Orkest tijdens deze bijzondere gebeurtenis naar beider tevredenheid verloopt, zou het geen slechte gedachte zijn dat laatstgenoemde werk over enige tijd eens te programmeren. Dit ensemble beschikt zelf al decennialang over een eerste fluitist van internationaal niveau ― Rinze van der Baan ―, hetgeen recentelijk weer eens bleek in de Tweede Symfonie van Gustav Mahler, die het NNO eind septemer/begin oktober driemaal heeft uitgevoerd.

Literaire impulsen
Naast de heel direct-muzikale impulsen, die iedere componist ondergaat, heeft mevrouw Goebajdoelina een extra bron waaruit zij kan putten, en die voor een toegevoegde waarde kan zorgen: de schone letteren. Niet alleen Rilke heeft haar geïnspireerd, een tekst van diens Russische (correspondentie)vriendin, de dichteres Marina Tsvetajeva (1892-1941), deed dat eveneens. De uitkomst was Het uur van de ziel voor slagwerk, mezzosopraan en groot orkest, in 1976 (met nog een revisie in 1982). Oud-Egyptische dichters en het Perzische dichtwerk Rubayat inspireerden haar al even sterk, hetgeen onder andere blijkt in Nacht in Memphis ― en dat is niet het Memphis van Elvis Presley ― in de vertaling van eveneens een prominente Russische dichteres: Anna Achmatova (1889-1966). En voorts componeerde ze in 1987 de Hommage à T.S. Eliot, de engelse dichter Thomas Stearns Eliot (1888-1965).

Noord Nederlands Orkest in 2006 (hier met chef-dirigent Michel Tabachnik)

Opvallende elementen
Enkele bijzonderheden zijn ― naast het vele wat in het door een grote diversiteit gekenmerkte oeuvre van deze componiste eenvoudigweg niet allemaal op te sommen valt ― de combinatie van uitvoerenden voor, of de prikkelende, suggestieve titel van, een werk. Wat kan een titel als En: Het feest is in volle gang (voor cello en orkest) anders dan de fantasie in beweging zetten.
Eveneens uitzonderlijk is het veelvuldige gebruik van slaginstrumenten in Goebajdoelina’s oeuvre. In ongeveer twee derden van haar werken maakt slagwerk deel uit van het vereiste instrumentarium.
Tenslotte mag niet worden voorbijgegaan aan het belang dat religie voor het scheppend werk van Sofja Goebajdoelina heeft. Een lexicografische bijdrage over haar leven en werk eindigt met de vaststelling “Komponieren ist für sie ein sakraler Akt.” (3) Dat zelfs enkele van de allergrootsten onder haar voorgangers daarbij de hand in het spel hebben, moge blijken in haar Vioolconcert dat de titel Offertorium (1980/82, revisie 1986) draagt en een Bach-citaat presenteert: het koningsthema uit Das musikalische Opfer. In Сем Слов (Zeven Woorden uit 1982) voor cello, bajan (4) en strijkers citeert ze Heinrich Schütz (1585-1672). En, alweer met een verwijzing naar Papa Bach, verscheen in 2000 haar Johannes Passion, echter wel met Russische teksten. (A)

Rilke en zijn ‘Stundenbuch’
Rond 1900 heeft de dichter Rainer Maria Rilke (1875-1926) in drie etappes, steeds met een tussenpoos van bijna twee jaar, zijn Stundenbuch geschreven: 1899, 1901, 1903. Pas in december 1905 werd de verzameling voor het eerst uitgegeven, nadat Rilke deze in april/mei van dat jaar, tijdens een verblijf in Worpswede (5) persklaar had gemaakt. HetDirigent Jacques van Steen werd Rilke’s eerste dichtwerk dat in de uitgeverij van Anton Kippenberg (1874-1950), Insel-Verlag in Leipzig, is verzorgd, en nog tijdens het leven van de dichter vier keer is herdrukt, met een totale oplage van 60.000 exemplaren. Het Stundenbuch was Rilke’s eerste lyrische product van werkelijke waarde, en mag niet gemakshalve als lyrisch jeugd- of beginwerk worden afgedaan. Met deze ’trilogie’ heeft Rilke in 1905 zijn reputatie als religieuze, en daarnaast ook nog eens als vrome, dichter gevestigd. Vijf jaar eerder was zijn prozawerk Geschichten vom lieben Gott in druk verschenen. Hoewel hij ook in onze dagen nog veelal zo wordt ervaren, is hij door tal van autoriteiten op het gebied van de religie ― en parallel daaraan ook van de literatuur ― niet als zodanig geaccepteerd. In het hoofdstuk Literatur in Metzler Lexikon Religion (6) worden zijn pogingen om, met behulp van een eigen symbolische taal, religieuze tradities “zugleich zu beerben und ästhetisch abzulösen” gekwalificeerd als het uitmonden in een vrijblijvende, afstandelijke ‘Privatreligion’, waarin de dichter-ziener, evenals dat bij Stefan George (1868-1933) het geval was, priesterlijke dan wel profetische functies krijgt toebemeten in een wereldlijke maatschappij.
De keuze van de teksten, die Sofja Goebajdoelina op muziek heeft gezet, is beperkt tot het eerste deel ― van de drie die deze verzameling vormen―, dat nog net in de negentiende eeuw aan het papier is toevertrouwd: Vom Mönchischem Leben (dat aanvankelijk de titel Die Gebete had meegekregen). Dit gedeelte is geschreven tussen 20 september en 14 oktober 1899 in Berlin-Smargendorf.

Ontstaan
Voor het ontstaan van het Stundenbuch zijn twee reizen naar Rusland ― die Rilke in het voorjaar en de zomer van 1899 en 1900, samen met Lou Andreas-Salomé (1861-1937) (7) had ondernomen, van doorslaggevende betekenis geweest. Tijdens de eerste reis Omslag Rilke-biografie in de reeks dtv-portraitwerden ze nog vergezeld doot Lou’s echtgenoot Friedrich Carl Andreas. Deze nam ruim zes weken in beslag. Op 27 april 1899 waren ze in Moskou aangekomen en van daaruit hadden ze Lev Tolstoj (1828-1910) bezocht, evenals de schilder Leonid Pasternak (1862-1945) en andere aldaar bekende kunstenaars. De paasdagen worden in Moskou een religieuze openbaring, die hem zijn leven lang is bijgebleven, ondanks zijn nadrukkelijke kritiek aan het klassieke christendom. Begin mei reisden ze door naar Sint Petersburg, waar hij onder meer te gast was bij de ― inmiddels al tijden lang legendarische ― schilder Ilja Rjepin (1844-1930) en veel van de kunstschatten in de Ermitage heeft bezichtigd.
De tweede reis, tussen 7 mei en 14 augustus 1900 ― deze keer zonder de echtgenoot van Lou Andreas-Salomé ― heeft wel degelijk invloed gehad op de vorm en de inhoud van Rilke’s Stundenbuch, maar niet meer op het eerste deel ― dat immers reeds in de herfst van 1899 zijn beslag had gekregen ― en alleen dat onderdeel is in verband met de muziek van Sofja Goebajdoelina van belang.

Omzetting
Dat Sofja Goebajdoelina belangstelling voor juist het Stundenbuch heeft, mag, gezien de sterk religieuze sfeer die Rilke’s teksten ademen dan wel suggereren, niet verbazen. Het wordt des te begrijpelijker als men daarbij bedenkt dat juist de gevoelsmatige gevolgen van diverse ervaringen ― die de mens en dichter Rilke ― toen oficieel nog René in plaats van Rainer ― in Rusland had opgedaan en die hem op tal van niveaus nadrukkelijk hadden beroerd ― hun iconische neerslag hebben gekregen in het Stundenbuch.
De omzetting in muziek heeft als resultaat een breed opgezet werk voor cello, vrouwelijke spreekstem (versterkt), mannenkoor en groot bezet orkest: 2 fluiten, piccolo, altfluit, 2 hobo’s, 2 klarinetten, Es-klarinet en basklarinet, 2 fagotten en contrafagot, 4 hoorns, 2 trompetten, 4 trombones, 2 tuba’s, 2 harpen, celesta, klavecimbel (versterkt), piano, cither, elektrische gitaar, basgitaar, batterij slagwerk voor vijf spelers; en strijkkwintet (16 eerste en 12 tweede violen, 12 altviolen, 10 celli en 8 contrabassen). De duur van de compositie bedraagt volgens de opgave 53 minuten, maar wijkt tijdens een live-uitvoering meestal wel iets af.
Rilke’s tekstvolgorde in de koorpartij is onaangetast gelaten, op een kleine uitzondering na, daar waar dat functioneel is. De tekst van het laatste gedeelte van Sofja Goebajdoelina’s keuze uit Rilke’s Studenbuch zij hier, ter oriëntatie, afgedrukt:

Koor:Pagina uit Aus dem Stundenbuch met gezongen teksten
Ich glaube an Nächte.

[…]

Stem + koor:
Ich glaube an Alles noch nie Gesagte.
Ich will meine frömmsten Gefühle befrein.
Was noch keiner zu wollen wagte,
wird mir einmal unwillkürlich sein.
Ist das vermessen, mein Gott, vergib.
Aber ich will Dir damit nur sagen:
Meine beste Kraft soll sein wie ein Trieb,
so ohne Zürnen und ohne Zagen;
so haben Dich ja die Kinder lieb.
Mit diesen Hinfluten, mit diesem Münden
in breiten Armen ins offene Meer,
mit dieser wachsenden Wiederkehr
will ich Dich bekennen, will ich Dich verkünden
wie keiner vorher.

[…]

Stem:
… für mein Gebet, das so ernst und allein
vor Deiner wolkichen Stirne steht.

*****
Uitvoerenden van het concert op zaterdagavond 21 oktober zijn:
Alexander Ivashkin, cello (8)
Annika Tônuro, spreekstem,
Noord Nederlands Concertkoor (ingestudeerd door Louis Buskens),
Noord Nederlands Orkest,
Jacques van Steen is de dirigent.

*****

(1) Zie daartoe ons aansluitende artikel Софья Губайдулина ― Sofja Goebajdoelina.
(2) Geciteerd in Reclams Konzert Führer (geactualiseerde uitgave van 2006).
(3) Metzler Komponisten Lexikon: bijdrage over Sofja Goebajdoelina.
(4) Bajan: een soort accordeon.
(5) Worpswede: bekende kunstenaarskolonie in de Duitse deelstaat Nedersaksen (Landkreis Osterholz) aan de Hamme ― ten noordoosten van Bremen ― temidden van het zogeheten Teufelsmoor. Rond 1900 kwamen daar tal van grootheden uit de wereld der (voornamelijk beeldende) kunsten bijeen, zoals het echtpaar Otto en Paula Modersohn-Becker, waarvan de vrouwelijke helft, eind mei 1906, een alom zeer beroemd geworden, doch onvoltooid gebleven, portret van Rike heeft geschilderd.
(6) Metzler Lexikon Religion: Gegenwart ― Alltag ― Medien. 4 dln., (Sonderausgabe), J.B. Metzler, Stuttgart 2005.
(7) Lou Andreas-Salomé had veel intellectuelen in haar vrienden- en kennissenkring: Freud, Nietzsche en nog tal van andere grootheden, die in het fin de siècle een vooraanstaande rol hebben gespeeld. In september is er bij Reclam Leipzig een rijk geïllustreerd boek over haar verschenen, waar we op dit weblog zeer spoedig nader over zullen informeren.
(8) De cellist Alexander Ivashkin treedt diezelfde dag, om 15:30 uur op een andere locatie op. Over een ander werk tijdens dat concert, Galgenlieder, eveneens van Sofja Goebajdoelina, komt nog een apart artikel dat, volgend op deze bijdrage, op dit weblog zal worden gepubliceerd.

*****

Aanbevolen literatuur
Behalve op de complete teksten van Rilke’s Stundenbuch, zowel als losse uitgaaf, maar ook als onderdeel van het complete lyische werk, willen we ook nog wijzen op een overzichtelijke, beknopte, rijk geïllustreerde biografie, die in grote lijnen alle belangrijke gebeurtenissen in Omslag CD-boekje van Sofja Goebajdoelina’s Johannes Passionhet leven van deze ― eenmalige, veelzijdige en in diverse opzichten kleurrijke ― dichter overzichtelijk en in begrijpelijke taal presenteert.
1. Stefan Schank: Rainer Maria Rilke. 160 pag. met 59 kleuren- en z/w illustraties, paperback, in de reeks dtv-portrait; Deutscher Taschenbuch Verlag, München, 1998; ISBN 3-423-31005-7. Prijs € 9,―.
2. Das Stundenbuch. 116 pag., paperback, Insel Taschenbuch 2; Insel Verlag, Frankfurt am Main, 1972; ISBN 3-458-31702-3. Prijs € 6,50.
3. Die Gedichte. 1136 pag., geb. in linnen. Insel Verlag, Frankfurt am Main, 1986 (2de dr.); ISBN 3-458-14324-6. Prijs € 17,80.
(De genoemde prijzen in euro’s gelden uitsluitend in Duitsland en verder in Amsterdam bij Boekhandel Die Weisse Rose.)

(A) Sofja Goebajdoelina: Johannes Passion. Solisten, koren en orkest onder leiding van Valery Gergiev. Hänssler CD 98.405 (2 CD’s, samen 91 minuten). Het betreft hier een live-opname van de eerste uitvoering, op 1 september 2000, tijdens het Europäische Musikfest Stuttgart 2000.

Afbeeldingen
1. De Russische componiste Sofja Goebajdoelina (*1931), één van de twee protagonisten van het Goebbels & Goebajdoelina Festival van 18 t/m 22 oktober in Groningen.
2. Titelpagina van de Insel-editie (van 1920) van Rilke’s ‘Stundenbuch’.
3. Rilke in zijn werkkamer van het huis in Westerwede, in 1901, het jaar waarin hij het tweede onderdeel van het ‘Stundenbuch’ heeft geschreven.
4. Noord Nederlands Orkest in 2006 (hier met chef-dirigent Michel Tabachnik).
5. Dirigent Jacques van Steen.
6. Omslag Rilke-biografie in de reeks dtv-portrait.
7. Pagina uit Aus dem Stundenbuch met gezongen teksten.
8. Omslag CD-boekje van Sofja Goebajdoelina’s Johannes Passion.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *