‘Er is niets nieuws onder de zon. Wanneer men van iets zegt: “Kijk, iets nieuws,” dan is het altijd iets dat er sinds lang vervlogen tijden is geweest. De vroegere generaties zijn vergeten, en ook de komende zullen weer worden vergeten.’ (Prediker I 9-11) Dorian Gray leest À Rebours en gaat ‘de verkante keer’ op; … Lees verder “Das Magazin, de Dandy en het Zwijntje”
Tag: De Nerée tot Babberich
Kunstmenschen (1902): een vergeten roman over Johan Thorn Prikker
Zoals de trouwe lezer weet hebben wij hier een bijzondere interesse in bij voorkeur ‘vergeten’ sleutelromans over Nederlandse beeldend kunstenaars van rond 1900. Zo kwam Antoon Derkinderen versleuteld voorbij in een roman van P.H. Van Moerkerken, en bij diezelfde schrijver troffen we een geval van fictieve receptie van Isaac Israëls aan. Eerder dit jaar stuitten wij bij Cornélie Noordwal op … Lees verder “ Kunstmenschen (1902): een vergeten roman over Johan Thorn Prikker”
In Memoriam Louis Putman (1923-2013)
Dinsdag 20 augustus jongstleden overleed de, zeker in Mokum, beroemde antiquaar Louis Putman. Hier, hier en daar werd uiteraard uitvoerig stilgestaan bij het overlijden van deze markante en unieke figuur. Putman was het bekendst om zijn scherpe oog voor vergeten zaken, malle pamfletten, oude prentbriefkaarten, enzovoort. Minder bekend misschien, en dat is de reden dat wij … Lees verder “In Memoriam Louis Putman (1923-2013)”
Scandinavische zomer: Pan (1894) van Knut Hamsun
Naast Strindberg en Ibsen is Knut Hamsun denkelijk de derde Scandinavische schrijver van wie een beetje doorgewinterde Nederlandse lezer op z’n minst de naam kent. Rond 1900 was hij ook hier te lande immens populair, om later weer verguisd en haast in vergetelheid te raken, zoals hier uitvoerig toegelicht wordt. Zijn niet al te zuivere politieke … Lees verder “Scandinavische zomer: Pan (1894) van Knut Hamsun”
Een fictieve vermelding van Vincent van Gogh uit 1902
In de lopende reeks fictieve receptie, waarin we reeds grote artiesten als Rops en Nescio mochten behandelen, ontbrak tot nog toe de volgens velen allergrootste: Vincent van Gogh. Ondergetekende, die toch wel eens een boekje of twee, misschien wel drie uit de Europese literatuur van rond 1900 heeft gelezen, is de naam echter nog nimmer tegengekomen. Tot voor kort. […]
In de lopende reeks fictieve receptie, waarin we reeds grote artiesten als Rops en Nescio mochten behandelen, ontbrak tot nog toe de volgens velen allergrootste: Vincent van Gogh. Ondergetekende, die toch wel eens een boekje of twee, misschien wel drie uit de Europese literatuur van rond 1900 heeft gelezen, is de naam echter nog nimmer tegengekomen. Tot voor kort. […]
‘Een klein museum is een aangenaam iets’ — Albert Plasschaert in 1910 over het ideale museum
Rijks Museum hier, Rijksmuseum daar: hoe het ook gespeld moet worden, het was deze week overal. Reuze goed natuurlijk, een kunsttempel op het journaal. Wij hier op rond1900.nl zijn geen taalkundigen, maar hadden toch het idee dat de veelbesproken spatie in het logo van het Rijks Museum volgens hedendaagse taalnormen inderdaad tenenkrommend is, maar dat die volgens negentiende-eeuwse normen helemaal niet zo gek is. […]
Rijks Museum hier, Rijksmuseum daar: hoe het ook gespeld moet worden, het was deze week overal. Reuze goed natuurlijk, een kunsttempel op het journaal. Wij hier op rond1900.nl zijn geen taalkundigen, maar hadden toch het idee dat de veelbesproken spatie in het logo van het Rijks Museum volgens hedendaagse taalnormen inderdaad tenenkrommend is, maar dat die volgens negentiende-eeuwse normen helemaal niet zo gek is. […]
‘Het leven is zwaar maar kostelijk.’ Gerard van den Hoek, Carel de Nerée tot Babberich en Ellen Forest
‘Gerard van den Hoek? Is dat niet de naam van buurman van op de hoek?’ Dat zou natuurlijk kunnen, maar het is ook de naam van een jonggestorven literaire scribent. Van den Hoek werd geboren in 1892 en was in 1916 reeds niet meer onder ons. Kort na zijn dood, in 1916 nog, verscheen de … Lees verder “‘Het leven is zwaar maar kostelijk.’ Gerard van den Hoek, Carel de Nerée tot Babberich en Ellen Forest”
Beardsleys Under the Hill (1904) in Nederland
Nog meer opvallende (Engelse) kunst- en literatuurhistorische feiten uit het fin de siècle in De Kroniek: ‘De essentie van het Engelse Decadentisme is samengevat in de veertig bladzijden van Aubrey Beardsley’s “romantic novel” Under the Hill (deels gepubliceerd in The Savoy; in 1904 postuum in boekvorm, maar hier dient te worden opgemerkt dat de verkrijgbare versie sterk … Lees verder “Beardsleys Under the Hill (1904) in Nederland”
De Nerée’s navolger: Caspar baron van Breugel Douglas
Na jaren tevergeefs zoeken in de context van het Beardsley-in-Holland-project kunnen we nu hier eindelijk twee kunstwerken laten zien van niemand minder dan Casper van Breugel Douglas: ‘Toneelscène met een gemaskerde Pierrot en licht verschrikte dame’ en ‘Toneelscène met gemaskerde Pierrot en dame gekleed in imponerende zwarte strapless jurk’. De titels zijn overgenomen van de Amsterdamse veiling, waar ze in 1990 onder de hamer zijn gebracht. […]
Na jaren tevergeefs zoeken in de context van het Beardsley-in-Holland-project kunnen we nu hier eindelijk twee kunstwerken laten zien van niemand minder dan Casper van Breugel Douglas: ‘Toneelscène met een gemaskerde Pierrot en licht verschrikte dame’ en ‘Toneelscène met gemaskerde Pierrot en dame gekleed in imponerende zwarte strapless jurk’. De titels zijn overgenomen van de Amsterdamse veiling, waar ze in 1990 onder de hamer zijn gebracht. […]
Over ‘Larec Eeren’: de jongere kunstbroeder van…
Men zou het weinig bekende werk van Frans Joseph Marie de Nerée tot Babberich (1882-1929) kunnen scharen onder de lopende reeks ‘ Beardsley in Holland’, maar daarmee doe je de kunsthistorische werkelijkheid enigszins geweld aan. Hij haalde de artistieke mosterd immers niet bij Aubrey Beardsley vandaan, maar bij het fraaie werk van zijn iets oudere en bekendere broer Carel (1880-1909). […]
Men zou het weinig bekende werk van Frans Joseph Marie de Nerée tot Babberich (1882-1929) kunnen scharen onder de lopende reeks ‘ Beardsley in Holland’, maar daarmee doe je de kunsthistorische werkelijkheid enigszins geweld aan. Hij haalde de artistieke mosterd immers niet bij Aubrey Beardsley vandaan, maar bij het fraaie werk van zijn iets oudere en bekendere broer Carel (1880-1909). […]