Tot en met 18 mei is in het Van Gogh Museum in Amsterdam een overzichtstentoonstelling te zien van John Everett Millais (1829-1896), een van de populairste Britse kunstenaars uit de tweede helft van de negentiende eeuw.
Samen met Dante Gabriel Rossetti en William Holman Hunt richtte de schilder in 1848 de Prerafaëlitische Broederschap op. Deze groep van schilders, dichters en critici wees het academisme dat door de traditionele Royal Academy werd voorgeschreven af. Zij propageerden een terugkeer naar de oprechte eenvoud in de kunst die volgens hen na de Renaissance verloren was gegaan. Zoals de naam van het Broederschap al aangeeft, richtten zij zich op de kunst van vóór Rafaël, waarbij zij naar een zoveel mogelijk waarheidsgetrouwe benadering van de door hen gekozen onderwerpen streefden. Naast de Bijbel en literaire bronnen uit het verleden, zoals William Shakespeare (zie de afbeelding hierboven; een detail uit het schilderij Ophelia, een personage uit Hamlet), haalden de Prerafëlieten hun inspiratie ook uit contemporaine poëzie van onder andere John Keats en Alfred Tennyson.
De expositie toont de veranderingen in Millais’ stijl; van zijn meest onbeschaamd ‘primitieve’ en confronterende werken tijdens de prerafaëlitische periode, tot populair-nostalgische onderwerpen, zoals zijn geroemde societyportretten en sfeervolle landschappen.
Gelijktijdig met deze expositie loopt in Museum Mesdag in Den Haag de tentoonstelling Vluchten in schoonheid. Hierin wordt voor het eerst uitvoerig ingegaan op de invloed van de Prerafaëlieten op Nederlandse kunstenaars, met werk van onder anderen Matthijs Maris, Richard Roland Holst, Jan Toorop, Antoon Derkinderen en Antoon van Welie.