Van en over Jan Sluijters’ wilde lesbische jaren rond 1900

Op dinsdag 10 februari had de voltallige rond1900-redactie een uitje naar Den Bosch,
waar we door de lokale burgemeester uitgenodigd waren om de Jan Sluijters-tentoonstelling te komen bekijken. We hadden de trein van 12.19 op spoor 5 te Zaandam Centraal en de reis verliep vervolgens geheel voorspoedig. Beiden hadden we 15,- zakgeld meegekregen van onze moeder dus we konden alvorens ons naar het museum te begeven een heerlijke ‘Bossche bol’ eten en koffie drinken. Ondanks dat ze raar praten daar is het niet duur in het Zuiden en we hielden genoeg geld over om de lokale platenzaak nog even snel te bezoeken. Ik kocht de 7″ van The Havenots ‘I love her and she loves the Ramones’ en Esther H. die van The Wanna-Bes ‘What I want is you’: twee kleine poppunkpareltjes.

De tentoonstelling heet ‘Jan Sluijters’ Wilde jaren’, maar had ook ‘Bal Tabarin en andere werken’ kunnen heten aangezien die Parijse periode centraal staat en het in feite om dit werk is heen gebouwd. Overigens zagen we nog bijna een bejaarde met zo’n uitklapkrukje door het linnen van dit meesterwerk vallen. Is het misschien een idee om dit soort mensen, in het belang van de kunst, voortaan te weren van tentoonstellingen?
In alle gevallen bleek het een meesterlijke expositie! Níet omdat het heel erg ‘1900’ is, maar omdat Sluijters in deze periode gewoon meesterlijk schilderde en ons inziens bijvoorbeeld een groter en genuanceerder psychologie in zijn Parijse taferelen legde dan collega Van Dongen, wiens werken ter contextualisering ook te zien zijn.
Je valt meteen met je neus in de boter want aan het begin van de tentoonstelling zijn enkele van de door Sluijters betekende ansichtkaarten aan zijn geliefde ten toon gesteld, die u misschien vorig jaar reeds op de PAN zag maar hier mooi in de context hangen. Wat zoet maar desondanks meesterlijk vonden wij de hierboven afgebeelde zwartharige dame. Nu val ik normaal niet zo op dat zwarte, maar aangezien ik als het op vrouwen aankomt zoals u weet de beroerdste niet ben was ik meteen verliefd deze keer. Prachtig!
Al die Parijse scenès verder waren allemaal meesterlijk om dat eens zo allemaal bij elkaar te zien, met, wat ons betreft, Café de nuit, 1906, als absoluut hoogtepunt.

Lees ook:  (Niet helemaal) fictieve receptie van De Nieuwe Gids

En helaas volgt nu toch de onvermijdelijke rond1900-De Nerée-vrije-associatie-details-paragraaf.
Een werk dat we niet kenden was de, ‘soort van’, voorstudie in inkt voor Sluijters’ welbekende Kussende vrouwen (1906), Dansende vrouwen. Beardsley-achtig ook.
Nu wil het geval dat ik, Esther H. minder, in mijn schaarse vrije tijd graag naar fictieve kussende vrouwen kijk dus ook dit bekeek ik met grote aandacht. Het lijkt een beetje boel op De Nerée namelijk, en dan vooral diens werk in kleur uit 1904. Kende Sluijters het werk van De Nerée? Nee, natuurlijk niet, dat is in ieder geval noch gedocumenteerd noch waarschijnlijk. Het is gewoon een geval van verwante geesten en verwante inspiratie. In de, voortreffelijke!, niks op aan te merken, catalogus, wordt Toulouse-Lautrec genoemd als grote inspiratie voor Sluijters in deze periode. Dat is zeker zo, maar denkelijk is het vooral naamgenoot De Feure waar Jan goed naar gekeken heeft, alleen al getuige de volupteuse jurken, figuren en hoeden.
De overeenkomst met vooral De Nerée’s hier afgebeelde Rococo (1904, Museum Arnhem) is opvallend. Naast De Feure zullen beide kunstenaars zich hebben laten inspireren door Baudelaire’s lesbo-classic Femmes damnées, denken wij dan. ‘A dirty mind is a joy forever’, is Esther H. haar lijfspreuk en deze keer ben ik het daar gansch mee eens, ondanks dat ik doorgaans zo’n keurige boy ben. Trouwens, mag je het woord ‘lesbisch’ en ‘lesbo’ eigenlijk nog wel gebruiken? Geen genderidee.
Hoe het ook zij, ook u allen zonder vieze geesten en kinderachtige associaties: snel naar de wilde jaren!

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *