Vierde radioconcert met werk van Lili Boulanger — Psaume CXXX

Lili Boulanger, schets in houtskool uit 1914 door de schilder, tekenaar, afficheontwerper en art deco-designer Jean Dupas (1882-1964)Psalm 130
Tijdens de vierde achtereenvolgende dag met composities van Lili Boulanger zal op donderdag 12 april — ’s avonds tussen 19:30 uur en 20:00 uur op Radio 4 — in het Vara-programma Componist van de week opnieuw één werk klinken van deze onvergelijkelijk getalenteerde vrouw, die volgens schrijfster en muziekwetenschapper Eva Weissweiler een “Repräsentantin des musikalischen Impressionismus” was. Het betreft Psalm 130, Du fond de l’abîme uit 1917, voor alt, tenor, koor en orkest, waar Lili Boulanger in 1910 ook al aan had gewerkt. Uitvoerenden zijn het City of Birmingham Symphony Chorus, en het BBC Philharmonic Orchestra onder leiding van Yan Pascal Tortelier, met solistische ondersteuning van Ann Murray, mezzosopraan, en Neil MacKenzie, tenor.
De samenstelling van het programma komt voor rekening van Thea Derks, wier toelichtende teksten, evenals de voorafgaande avonden, vooraf zullen worden gepresenteerd door de mooie, aangename, en rust uitstralende, stem van Peter Bree.

Rome 1914
Toen Lily Boulanger in 1914 als eerste vrouwelijke componist de Prix de Rome had veroverd en zich voor haar daaraan verbonden verblijf in de Villa Medici, in gezelschap van haar moeder naar de Italiaanse hoofdstad had begeven. Aanvankelijk hadden de huisregels van de Villa het niet toegestaan dat haar moeder zou meereizen, maar na lang heen en weer schrijven, mocht het dan toch, hetgeen haar overigens niet bepaald populair maakte bij de overige laureaten, die meenden dat het een kwestie van hoogmoed en grilligheid was. Ze verdroeg de Romeinse temperatuur niet, en daarbij kwam nog eens dat haar een torenkamer op de vierde verdieping was toegewezen, die ze als gevolg van haar ademhalingsproblematiek maar zelden kon verlaten, en dus aanvankelijk ook niet met de andere laureaten in contact kwam. Tot overmaat van ramp meende de directeur van de Villa Medici dat Lili psychisch gestoord was. Alles opgeteld leidde het tot een voortijdig vertrek, al zou ze er, in verband met de algemene mobilisatie in verband met de op handen zijnde Eerste Wereldoorlog, toch niet lang meer hebben kunnen blijven. Alle anderen moesten als gevolg daarvan eveneens de Villa verlaten.

Rome 1916Maurice Maeterlinck, Frans-schrijvende Vlaamse auteur, die in 1911 met de Nobelprijs voor Literatuur werd bedacht
Na in de tussentijd hard te hebben gewerkt ondanks een allengs verslechterende lichamelijke conditie, reisde Lili Boulanger in 1916 voor de tweede keer naar Rome, nu echter samen met haar zuster Nadia. Directeur Besnard gedroeg zich aardig wat toeschietelijker dan twee jaar tevoren en hij liet zelfs de zorg en de hulp uit handen van zus Nadia ongemoeid. Iedere dag voelde ze zich zwakker worden, en uiteindelijk eiste ze duidelijkheid van haar huisarts: zou ze nog in staat zijn de opera, waaraan ze, op tekst van Maurice Maeterlinck [1], was begonnen, nog in een aanvaardbare geestelijke conditie te voltooien? De arts gaf haar nog hooguit twee jaar te leven. Vanaf dat moment werkte ze elk moment dat haar conditie dit toeliet, en Maeterlinck stak haar nog een hart onder de riem met opbeurende woorden in een tekstuitgave van Princesse Maleine uit 1889. Daarin bracht hij tot uitdrukking dat hij hoopte dat — indien de goden der muziek en die van het noodlot het zouden willen — Lili Boulanger zijn prinses Maleine die ziel zou geven, waarop deze altijd had gewacht.

Verslechtering
Toen Lili Boulanger weer terug was in Parijs, was de fysieke toestand nog weer zoveel verder achteruit gegaan, dat ze zich De beide zussen Nadia en Lili Boulanger in 1913niet meer zelfstandig kon aan- of uitkleden. Troost in die moeilijke periode vond ze bij haar vriendin Bertha Galéron de Calon(n)e, van wie ze op 24 augustus nog een tekst op muziek heeft gezet [2].
In 1917 werkte de componiste verder aan haar opera, ondanks de steeds toenemende lichamelijke ongemakken en pijnen. Twee stukken voltooide ze in datzelfde jaar: Psalm 130 (die donderdagavond via Radio 4 zal klinken) en de Vieille prière bouddhique, die woensdagavond op het programma stond. Toen ze zich in juli van dat jaar liet opereren, waren zowel moeder alsook zus Nadia zeer hoopvol gestemd, doch de ingreep had een averechts effect. Haar longen waren nu ook nog aangetast. Lili had nu de hulp van Nadia nog meer nodig dan tevoren om haar laatste compositie te voltooien: Pie Jésu. Dit stuk heeft een bijzondere bezetting: zangstem, strijkkwartet, harp en orgel. Haar opera bleef echter onvoltooid. Op 15 maart 1918 overleed Lili Boulanger in Parijs.

*****

De Franse tekst van Psalm 130, hier in de vertaling van Jean-Pierre Lefebvre, luidt:

PSAUME CXXX

De Profundis clamavi

Je crie vers toi depuis ma profonde misère,
Ô Seigneur Dieu, entends mon cri,
Tourne vers moi ton oreille avec grâce
Et ouvre-la ma prière

Car si tu veux regarder
Comme souvent j’ai péché,
Qui peut Seigneur te demeurer en face.
Il est en ta seule puissance

De pardonner les péchés.
Que te craignent grands et petits,
Même en la meilleure vie.
Aussi veux-je en Dieu espérer,

Mon coeur à lui doit se remettre,
Je veux attendre sa parole.
Et durait-ce jusqu’en la nuit
Et de nouveau jusqu’au matin,

Mon coeur pourtant ne doit être soucieux
Ni douter de la force de Dieu.
Agis donc, Israël, justement,
Toi qui fus engendré par l’Esprit,

Et attends la venue de son Dieu.
S’il est chez nous bien des péchés,
Il est chez Dieu bien plus de grâce.
Sa main n’a jamais fin d’aider

Si grande que soit l’offense.
Lui seul est le bon pasteur,
Qui sauvera Israël
De tous ses péchés.

*****

[1] Maurice Polydor Marie Bernard, graaf Maeterlinck (1862-1949) was een Vlaams auteur, die echter in het Frans schreef. In 1911 werd hij onderscheiden met de Nobelprijs voor Literatuur. Zoals veel Franstalige schrijvers van het fin de siècle studeerde hij aanvankelijk rechten, maar al snel besefte hij dat de wereld van het Recht niet zijn toekomst was. Tijdens een verblijf in Parijs kreeg hij een goede kritiek uit de koker van Figaro-recensent Octave Mirbeau, en vanaf dat moment was de literatuur zijn vak. In 1932 werd hem door de Belgische koning Albert I de graventitel verleend.

[2] Bertha Galéron de Calon(n)e (1859-1936) was blind, doof en stom. Desondanks had ze een hele bundel met gedichten gepubliceerd. Eén daarvan Dans l’immense tristesse heeft Lilyi Boulanger toen op muziek gezet. Dit werk is maandag 9 april reeds uitgevoerd in het kader van deze reeks radioconcerten. Zie ook onze bijdrage van zondag 8 april daarover.

*****

Afbeeldingen
1. Lili Boulanger, schets in houtskool uit 1914 door de schilder, tekenaar, afficheontwerper en art deco-designer Jean Dupas (1882-1964).
2. Maurice Maeterlinck, Frans-schrijvende Vlaamse auteur, die in 1911 met de Nobelprijs voor Literatuur werd bedacht.
3. De beide zussen Nadia en Lili Boulanger in 1913.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *