Cyriel Buysse, Een Leeuw van Vlaanderen (1900). Prachtig boek. Ook de modernen komen weer voorbij. Deze maal op een meeting van jonge idealisten:
‘Robert, heel en al vervuld met zijn eigen illuzies en idealen, hoorde slechts, in ’t aanhoudend lawaai, brokken van volzinnen en klanken van namen: Rubens, Frans Hals! ploerten, poenen, pompiers! Zola! ’n bruut! ’n sombere bruut! Gounod, Massenet! parfumeurs! lakeien! het lafste en gemeenste wat er ooit bestaan had! En daarna opkammerijen en opsnijderijen zonder eind: Ah! Baudelaire, Villiers de l’Isle-Adam, Mallarmé! Ah Burne Jones, Walter Crane, Rossetti! welke geniën! welke goden! En vooral geen middelmaat in de beoordeeling: of de overdrevenste verafgoding, of de diepste minachting.’ (p.49.)