Nee, niet nogmaals het gedicht van François Coppée over de maand oktober; dat hebben we verleden jaar al eens gepubliceerd, en wel op dinsdag 31 oktober 2006 onder de titel De herfst bezongen (1). Dezelfde dichter heeft echter ook, kort maar krachtig, de herfst zonder nadere aanduiding bezongen, en daarvan willen we u hieronder, omdat het nu waarlijk herfst geworden is, deelgenoot maken.
EN AUTOMNE
Quand de la divine enfant de la Norvège,
Tout tremblant d’amour, j’osai m’approcher,
Il tombait alors des flocons de neige.
Comme un martinet revole au clocher,
Quand je la revis, plein d’ardeurs plus fortes,
Il tombait alors des fleurs de pêcher,
Ah! je te maudis, exil qui l’emportes
Et me veux du coeur l’espoir arracher!
Il ne tombe plus que des feuilles mortes.
François Joachim Édouard Coppée (1842-1908).
Uit: L’exilé (ca. 1878), opgenomen in dl. 3
(van de 6) Poésies (1864-1905). [1]
__________
[1] Zie ook De zomer bezongen (6) op donderdag 27 juli 2006 voor Juillet van dezelfde auteur en De zomer bezongen (7) op zondag 27 augustus 2006 voor Août, en De herfst bezongen (1) op dinsdag 31 oktober 2006 voor Octobre, en 8 februari 2007 voor Février. François Coppée’s Maart-zang vindt u op 3 maart in deze kolommen; zijn gedicht over de maand April is op 1 april in dit elektronische tijdschrift opgenomen, en dat is geen grap. En dan is Coppées visie op de maand mei nog opgenomen in onze bijdrage van donderdag de derde van de maand in kwestie, in het artikel De meimaand bezongen door dichters uit drie landen. Coppée’s visie op de maand september is te vinden op vrijdag 14 september.