In Frits ‘daar hebben we hem weer’ Lapidoths novelle ‘Verboden suggesties’ (uit: Moderne Problemen, 1890) gaan de protagonist en zijn vriend Boreel na hun studie naar Parijs om daar de letteren, het spiritisme, het hypnotisme en ander hips te bestuderen. Deze Boreel heeft een duidelijk omlijnde literaire smaak:
‘Natuurlijk spraken we ook veel over zijn vak, de letteren bedoel ik, want in de rechtswetenschap verdiepte Boreel zich niet. Daarvoor bleef hem, trouwens, geen tijd over. Hij dweepte met Leconte-de-Lisle; ik ook, maar om andere redenen dan waarom hij dezen grootsten modernen dichter zoo hoog verhief. Hij genoot van Aicard’s geïmproviseerde verzen; ik niet. Hij haatte letterlijk Zola, De Maupassant, alle realisten en naturalisten; maar had een zwak voor de decadenten, voor Huysmans vooral.
Ik kon ‘A Rebours’ niet opnemen, zonder driftig te worden en vergaf, daarentegen, vele platheden aan de realisten….’ (p.191)