(Niet helemaal) fictieve receptie van De Nieuwe Gids
Daar kunnen we over lezen in de zéér (volledig) autobiografische roman Naar de diepte van onze vriend Henri van Booven. De roman verscheen in 1924, maar de scène speelt zich af rond 1891: […]
Daar kunnen we over lezen in de zéér (volledig) autobiografische roman Naar de diepte van onze vriend Henri van Booven. De roman verscheen in 1924, maar de scène speelt zich af rond 1891: […]
‘In de onbewogen tijden van Couperus’ jeugd en van de onze waren de eerste romans van Louis Couperus schrikwekkende zedebedervende boeken, verfoeilijk deterministisch genoemd!’ (Ongepubliceerde herinneringen aan Couperus van iemand die hem goed gekend heeft.)
Die vinden we deze maal bij onze schrijfster van de week ‘Ellen’ en wel in haar bestseller en literair-historische mijlpaal Een vriendschap uit 1910: Gister avond thuis komend van een concert, waar nòch concertgevers of publiek eenige warmte afstraalden, wachtte mij, behalve het vuur in mijn haardje, ‘Le Feu’ [Il Fuoco, 1900] van d’Annunzio. Het … Lees verder “Fictieve receptie van d’Annunzio”
Een tweede geval van de fictieve receptie van Mirbeau in de Nederlandse literatuur van rond 1900 werd mij aangedragen door trouwe lezeres en bibliofiel R.S.: waarschijnlijk de enige jongedame in Nederland die voor haar genoegen Wagenvoort, Reyneke van Stuwe of Anna van Gogh-Kaulbach leest. In diens roman Moeder (1909) trof ze de volgende opmerkelijke passage:
Mirbeau (Le Jardin de Supplices, 1899 en Le Journal d’unne Femme de Chambre, 1900 zijn zijn beroemdste en beruchtste boeken) was mijns inziens een van de grootste Franse schrijvers van rond 1900. In Nederland heeft hij geloof ik weinig sporen achtergelaten. Een vermakelijk fictief spoor van zijn nihilistisch, anarchistisch naturalisme is echter te vinden in … Lees verder “Fictieve receptie van Octave Mirbeau”
Uw razende rond1900.nl-reporter was, nu al weer heel eventjes geleden, bij een preview van de Munch-en-Van Gogh-tentoonstelling. Het is een geweldige tentoonstelling, on-Hollands groots en groot: er zijn enorm veel schilderijen en tekeningen te zien, dus hupsa, gaat dat zien! Persoonlijk vinden wij het werk van Edvard Munch overigens aanzienlijk mooier dan dat van Vincent, … Lees verder “Over de [niet?-]ontmoeting tussen Munch en Van Gogh en over een volstrekt vergeten vroege literaire Van Gogh-receptie”
In de lopende reeks fictieve receptie, waarin we reeds grote artiesten als Rops en Nescio mochten behandelen, ontbrak tot nog toe de volgens velen allergrootste: Vincent van Gogh. Ondergetekende, die toch wel eens een boekje of twee, misschien wel drie uit de Europese literatuur van rond 1900 heeft gelezen, is de naam echter nog nimmer tegengekomen. Tot voor kort. […]
Deze zomer staat in het teken van de kunstenaar Isaac Israels (1865-1934). Op maar liefst vier verschillende plekken zijn tentoonstellingen aan zijn werk gewijd. Wij doen een klein duitje in de zak met een mooi geval van ‘fictieve receptie’: Israels in een sleutelroman over de Amsterdamse artistieke bohème uit de jaren 1890. […]
Een curieus geval van fictieve receptie van de Tachtigers vinden we deze maal in het niet-klassieke jeugdboek over psychiatrie en zelfmoord Het leven en sterven aan Anne Marjorie Lam (Baarn, 1923), van de hier al eerder genoemde Ellen Forest. Uiteraard dweept de hoofdpersoon met de moderne letteren, en dan specifiek met een bekend romantisch en tragisch personage. […]
Het oog wil ook wat en daarom hangt de even fictieve als legendarische decadente villa nokvol met de zeldzaamste kunstwerken waar mijn oog even op kan rusten als ik van mijn boek opkijk, want meer dan de hele dag lezen doe ik zoals bekend niet. Helaas moet ik er juist hierom toch soms uit om … Lees verder “Van en over Böcklin en Mesdag in de kunst-etalage bij Van Gogh.”