Adriaan van Oordt — Irmenlo (1896)

Onlangs berichtte ik over een schets van Adriaan van Oordt en de invloed van Huysmans hierop. Recentelijk herlas ik zijn uitstekende en werkelijk prachtig vormgegeven roman Irmenlo en ook deze is mijns inziens beïnvloed door Huysmans: in het bijzonder door diens Là-Bas (1891). Van Eeden schreef een voorwoord bij Irmelo en ook hij legt de vinger op het ‘moderne’ en ‘decadente’ in een opvallende observatie en typering van de roman, die ook zou kunnen gelden voor Gilles de Rais en andere personages uit Là-Bas: […]

Onlangs berichtte ik over een schets van Adriaan van Oordt en de invloed van Huysmans hierop. Recentelijk herlas ik zijn uitstekende en werkelijk prachtig vormgegeven roman Irmenlo en ook deze is mijns inziens beïnvloed door Huysmans: in het bijzonder door diens Là-Bas (1891). Van Eeden schreef een voorwoord bij Irmelo en ook hij legt de vinger op het ‘moderne’ en ‘decadente’ in een opvallende observatie en typering van de roman, die ook zou kunnen gelden voor Gilles de Rais en andere personages uit Là-Bas:

‘Nu wil ik nog zeggen wat ik de grootste zwakheid van den schrijver acht. Er is iets zwaars en vermoeiends in zijn proza, niet ander dan een symptoom van de negentiend’eeuwsche melancholie, moedeloosheid en zwaargeestigheid, die ook zijn temperament heeft aangetast.
De zinnen klinken niet altijd als metaal, helder, rijk en sonoor, maar dikwijls teemen ze en druipen, soms met moeielijk, zwaar-lijmerig rhythme. De moderne verveling en levenswalging verhult ook dit beeld van een zooveel gezonder tijd, en schaadt aan de kracht en duurzaamheid, van het kunstwerk. “Achter Gonda’s gedempte stem”, vermoedt Alkwert ’t verzwegene kleurlooze leven voort-gezeuld van de hut naar ’t woud en terug, soms even getint door een offer- of jachtfeest.
Dit is dezelfde negentiend’eeuwsche naarheid en lammenadigheid, met welks essence zooveel schrijvers thans in romans en novellen hun lezers meenen te stichten en genoegen te doen, maar die, naar ik denk, vreemd is aan sterke, kinderlijke, half-barbaarsche naturen, zooals onze woud-bewonende voorvaderen, voor wie alle leven een weldaad was en kostelijke gift, hoe vol smarten en gevaren, hoe kommerlijk en eenvormig ook.’ (p. xi)

Lees ook:  Bibliografie

Zoals veel Nederlandse romans van het tweede garnituur uit de jaren 1890 is Irmenlo tegenwoordig overigens behoorlijk schaars, dus wellicht kunnen helaas niet alle trouwe lezers met me meegenieten. Een tweede druk is gemakkelijk te krijgen bij onze vrienden van antiquariaat Boek & Glas, maar als ik me niet vergis ontbreekt daarin Van Eedens voorwoord. En dat zoals hier Irmenlo Van Oordts jeugd in Ermenlo beschrijft is geestig, maar dus niet juist.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *