Drie ‘eerste drukken’ van Louis Couperus in één koop

Het is en blijft verrassend om tussen allerlei boeken die ‘hun tijd waarachtig hebben gehad’, exemplaren te vinden van uitgaven die hun bestaan danken aan de veelzijdig gevulde pen van een onvergankelijke Haagse Nederlander, die in de kolom van deze website niet zelden aan de orde is gekomen. […]

Serendipiteit
Begin deze week vond ik, tussen veel  in meer dan één opzicht verouderde boeken die veelal nog slechts als winkeldochter zouden kunnen fungeren — verspreid over zeven dozen, tegen de gevel van een antiquariaat —, voor de somma van één euro per boek, drie Couperus-uitgaven van begin vorige eeuw, alle in eerste druk, doch al deze exemplaren vertoonden in ieder geval één manco in de vorm van reparaties. Twee van de drie waren van een andere band voorzien, het derde vertoonde enkele andere ingrepen. Die feiten zijn zonder twijfel verantwoordelijk voor de wel zeer lage prijs. Het voor mij belangrijkste element van de aankoop bestaat echter in het feit dat ik geen van de drie werken in kwestie als los deel binnen het oeuvre van Couperus bezat. In alle gevallen betreft het uitgaven van de firma L.J. Veen te Amsterdam.


Over lichtende drempels
Het oudste van de drie Couperus-uitgaven in kwestie is in 1902 verschenen: Over lichtende drempels, met daarin vijf schetsen. In dat jaar waren bij uitgeverij Veen reeds twintig andere, al dan niet omvangrijke, letterkundige projecten van deze auteur verschenen, variërend van De kleine zielen in twee delen tot en met een kleiner werk als Extaze.
Dat exemplaar van Over lichtende drempels is in een veel latere periode gebonden in ietwat moderner materiaal dan goed een eeuw geleden gebruikelijk was. De rug is voorzien van blauw linnen, voorplat en achterplat zijn uitgevoerd in middengrijs, stevig, de tijd trotserend kunstleer van een betere kwaliteit — niet dat aalgladde skai.
Hoe stevig en handzaam de huidige vorm ook is, het grootste deel van de handelswaarde — eerste druk of om een andere reden bijzonder — is daardoor non-existent.
In het hieronder genoemde Couperus-boek uit 1908 worden reeds 28 verschenen titels genoemd en staan er tevens prijzen bij vermeld. Over lichtende drempels kostte, nu dus een eeuw geleden, ingenaaid ƒ 2,50, gebonden ƒ 2,90.

Aan den weg der vreugde
Louis Couperus voltooide de roman Aan den weg der vreugde in de zomer van 1906 in het Italiaanse Bagni di Lucca. Ook dit boek is voorzien van een band die niet van de uitgever stamt, maar wel een zeer wijd verbreid, klassiek te noemen voorkomen heeft: een bibliotheek-uiterlijk met een scheef-platte rug van fijndradig linnen dat tegen de katernen is aangeplakt, zoals ik dat in mijn jeugd aanvankelijk van alle boeken in de Openbare Bibliotheek en van de delen uit de verzameling van de Nuts Leesbibliotheek kende. Het voorplat, evenals het achterplat van het boek is voorzien van tamelijk fantasieloos in bruin- en crèmetinten gemarmerd papier dat voor de ouderen onder ons onmiddellijk en vrijwel uitsluitend associaties oproept met uitleen-boeken, zoals die werden gepresenteerd in de OB, alsook in leesmagazijnen: buurtbibliotheken die veelal waren gevestigd in sigarenzaak of werden gedreven in een kantoorboekhandel. Zelf ben ik in de tweede helft van de jaren vijftig getuige geweest van de werkzaamheden van de bibliothecaris van het Nut, die reeds toen de nieuwste aanwinsten voorzag van omslagen van doorzichtig plastic, het zogenaamde booklon, een materiaal dat de laatste druk van Van Dale’s Woordenboek der Nederlandse taal nog niet heeft gehaald.
Aan den weg der vreugde van Louis Couperus is voor het eerst uitgegeven in 1908.


Wreede Portretten
Het derde Couperus-boek van mijn stapel aanwinsten van begin deze week — waarvan ik vier boeken zelfs helemaal niet hoefde betalen — is verschenen in 1917 in een kleinere editie dan de beide overige hier omschreven boeken, Wreede Portretten — en, net als de andere, gedrukt door de Boek-, Courant- en Steendrukkerij G.J. Thieme te Nijmegen.
De tien portretten die daarin zijn opgenomen, worden door Louis Couperus op de volgende, bloemrijke wijze ingeleid in de eerste alinea’s van de eerste bijdrage: het opstel met de titel die eveneens aan de gehele bundel is gegeven.

Niets is moeilijker, uit een litterair oogpunt, dan portretten te geven van wie men in het leven, in een hôtel, in een pension, in een salon of op straat ontmoet, en misschien dat deze moeilijkheid, o lezer, mij heden aan spoort eene serie W r e e d e  P o r t r e t t e n te openen, welke galerij ik aanbeveel in uwe gratie. Niets is moeilijker en misschien, dat u deze uitspraak te modest toe klinkt uit mijn pen, maar dan moet ik u toch waarlijk verzekeren, dat mijne modestie er geene is als aanloopje bedoeld. Ik meen werkelijk dat niets moeilijker is. Want het W r e e d e  P o r t r e t is het portret, dat alléen als  “portret” bedoeld is, als zuiver, als realistiesch, als naturalistiesch portret, zonder erbarmen, noch voor het model, noch voor den schilder, den woordschilder zelven. Met het W r e e d e  P o r t r e t wil de portrettist zich geheel verborgen houden achter zijn pen-penseel en papier-palet en het portret niet te weeg brengen als een artistieke kop of interessante figuur, die goed zoû doen in een zijner romans. Met zijn
W r e e d e  P o r t r e t wil hij geven het portret a l l e e n  van zijn slachtoffer, zonder het aan wat ook van zelfbeeltenis te assimileeren : hij wil niet geven een  kunstvolle zielssilhouet, waarop zijn eigen psychiesch licht of schaduw valt; hij wil geven een kunst zoo dxroog en sober mogelijk, louter bedoeld om weêr te geven een erbarmingloos konterfeitsel. En dan is nièts moeilijker.


Ook aan deze derde aanwinst voor mijn huisbibliotheek is op een later tijdstip flink gesleuteld, en wel zodanig dat die ingrepen — deels met reepjes van het traditionele, in dit geval lichtbruine, plakband — enerzijds de handelswaarde — vanwege het feit dat het ook in dit geval om een eerste druk gaat — aanzienlijk hebben verlaagd, doch tegelijkertijd de levensduur in aanvaardbare staat heeft verlengd.

6 gedachten aan “Drie ‘eerste drukken’ van Louis Couperus in één koop”

  1. Dat zijn buitengewoon aardige aanwinsten! De handelswaarde mag dan inderdaad laag zijn, niets is zo prettig als een nog onbekende Couperus voor de eerste maal direct in eerste druk te lezen. En een eerste druk van Weg der vreugde is sowieso begerenswaardig meen ik.

  2. En de prijs van één euro per boek mag geen naam hebben, zou ik zeggen. Ik weet eigenlijk niet in hoeverre een bibliotheek-versie van ‘Aan den weg der vreugde’ nog echt opgeld doet, maar dat is slechts vakmatige belangstelling; in privé-opzicht ben ik zeer content met de aanwinst op zich, ook en vooral omdat die als los boek alle drie voor mij nieuw zijn.
    Toegegeven, al had ik ze drie keer gehad, ik zou ze, voor een euro per stuk, toch nog weer hebben meegenomen omdat ik er altijd wel weer voor kan zorgen dat derden daaraan genoegen kunnen beleven. Dat durf ik niet te beweren van boeken met teksten van sommige, of zelfs vele, tijdgenoten van Louis C., die, zoals ik al schreef, compleet en al zichzelf intussen hebben overleefd.
    Doch dat is immers het lot van vele oudere boeken; bij nieuwe uitgaven is het niet zelden zo dat deze op stapels als ramsj bij Jan de Slegte belanden. Die laatste bewering is zo’n drie à vier decennia geleden als stelling in een dissertatie opgenomen, waarna deze opvallend boven de toonbank van genoemde boekenreus kwam te hangen.

  3. In het begin van de jaren tachtig bracht ik geregeld een bezoek aan Bubb Kuyper in Haarlem, van wie ik werkelijk mooie eerste drukken van Couperus betrok. Soms ging ik ook even langs Lenie Peetom. Bij haar kocht ik Aan den weg der vreugde;
    in de blauwe uitvoering naar een ontwerp van RN Holst.
    Ik vond het geeneens erg mooi om te zien met die scharnier-achtige vormen op het voorplat. Maar blij als ik altijd was met een “nieuwe” Couperus ging ik weer naar Utrecht, in de trein de aanwinst(en)bekijkend en koesterend. De uitvoering in rood zag ik nog nooit in het echt, het is een (even) zeldzame uitgave als de blauwe en staat sinds dag en dauw op mijn nerveuze verlanglijst.
    Gefeliciteerd met de aanwinsten!
    NICO WEBER

  4. Sedertdien heb ik alweer twee boeken van Couperus, gebonden met stofomslag, alsmede zijn gids over Rome, maar dan in een veel latere, maar ongebruikt exemplaar voor dezelfde prijs kunnen kopen. Met zijn ‘Legenden van de blauwe kust’ voor 50 cent of een euro word je bijna doodgegooid tegenwoordig.
    Van de ‘Kleine Zielen’ zag ik sedert lang weer eens een exemplaar met stofomslag, maar dat moest vijf euro opbrengen, doch dat boek had ik al bijna een halve eeuw.
    Hoezeer de huisbibliotheek ook is gegroeid, zelfs met het kleinste boekje dat je wel graag wilt, ben je dan net zo ingenomen als met het ‘grotere werk’. De hand van een bibliofele, bibliomanische scribent is snel gevuld, maar strekt zich na bijzetting van het boek(je) weer uit naar iets nieuws. Ach,’t is een afwijking.
    Of, zoals één van mijn vroegere buurvrouwen tegen haar dochter sprak — toen die haar eens op mijn boekenwanden wees; en wat kan dialect dan ploseling grof-bot klinken: “Als dat mijn man was, moest hij al die boeken bij het oud papier doen.” Ze leed zichtbaar toen de eigen man op een keer het toch maar voor gezien hield, maar dat ze castrerend bezig was, begrijpt ze een millennium na haar dood nog niet. Sommige wezens zijn niet alleen extreem jaloers als hun wederhelft naar een vertegenwoordigster (v/m) van het andere — of gewoon met een (eigen) — geslacht kijkt, maar ook als de aandacht van de partner uitgaat naar een als aanwinst beschouwd boek of iets anders van diens (m/v) gading. En dat komt omdat het voor ‘ons soort mensen’ een erotische ervaring is, hetgeen zich (kan) uit(en) door het liefdevol in bezit nemen van het geheel, het strelen van de band en het even potentie vergrotende verkennen van de inhoud.
    Sommige schilderijen worden gezien als porno, terwijl de voorstelling niet zelden slechts de metafoor voor een erotische boek-ervaring (zoals lezen, bladeren, etc.) is.
    Doch dat niet een iegelijk in staat is zulks te begrijpen, is u inmiddels ook wel duidelijk geworden, lijkt mij.

  5. O ja, dat vergat ik u nog te zeggen. Onlangs arriveerde uit Duitsland Am Wege der Freude [Ullstein 1920, uiteraard vertaald door Else Otten.]
    Een klein boekje met zowaar een stofomslag dat NB ook nog afwijkt van de illustratie in Breugelmans!
    U kunt zich voortellen hoe blij ik ben weer wat rijker geworden te zijn aan iets dat een ander waarschijnlijk niet bezit.
    En hoe aangenaam het kan zijn om niet begrepen te worden!
    Allerhartelijkst,
    Nico Weber

  6. In Couperusedities.nl is het volledige overzicht van alle uitgaven opgenomen. Maar wie schetst zijn verbazing dat er geen enkele uitgave (doublet) te koop is. Dat noem nou een grote sof.

    Simon

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *