Rijk geschakeerd oeuvre
Tussen de beter bekende werken van de Engelse componist Granville Bantock (1868-1946) vinden we een ouverture uit 1908, bij een dichtwerk dat voor dit elektronische tijdschrift een inmiddels wel ‘oude bekende’ is: The Pierrot of the Minute uit 1896 van Ernest Dowson (1867-1900) en eveneens als een illustratie van Aubrey Beardsley (1872-1898). Bij niet al te veel mensen, zelfs grote muziekliefhebbers, zal de naam Granville Bantock onmiddellijk een herkenningsmelodie doen opstarten, maar de man heeft op tal van muzikale terreinen een belangrijke rol gespeeld in de culturele geschiedenis van Engeland [1]. Misschien dat de verzamelaars van het werk Rubáyiát van Omar Khayyám (1048-1123) weten dat Bantock in de jaren 1906/09 een oratorium heeft geschreven met de naam van die Perzische auteur als titel. Hier is sprake van een grote compositie in drie delen voor drie solostemmen, koor en orkest, welke is gebaseerd op de vertaling van Edward FitzGerald (1809-1883), waarvan de eerste editie in 1859 is verschenen [2]. Wellicht dat de BBC de komende dagen er iets van laat horen.
Weinig bekend
In een als standaardwerk beschouwd boek over twintigste-eeuwse Engelse meesters komt de naam Granville Bantock weliswaar driemaal voor, doch alleen en passent, werkelijke aandacht krijgt zijn werk niet tussen andere protagonisten van de Engelse muziek, zoals Elgar en Delius, Vaughan Williams, Britten, Walton, Tippett en Gustav Holst. Enigzins buitenproportioneel is dat wel, aangezien de man een respectabel aantal werken op zijn naam heeft staan, die ook op geluidsdragers verkrijgbaar zijn.
Bantocks muziek is vooral beïnvloed door de volksliedkunst van de Hebriden, en het beste bewijs daarvoor heeft hij geleverd in de Hebridean Symphony uit 1915, en de tweede nadrukkelijke invloed in zijn componeren is Richard Wagner. Veel inspiratie heeft Bantock gevonden in de antieke cultuur, zoals bij de dichteres van Lesbos: Sappho. Twee composities dragen haar naam in de titel. Een ander werk is genaamd Dante en Beatrice. Hoewel titels op zich geen enkel draagvlak bieden voor een oordeel over kwaliteit, geeft de belangstelling die de kunstenaar uitdraagt, wel degelijk aan in welk niveau hij zijn inspiratie heeft gezocht en gevonden. Naast de Derde Symfonie, bijgenaamd The Cyprian Goddess, heeft Granville Bantock tevens A Celtic Symphony en in 1928 zelfs een Pagan Symphony gecomponeerd.
Radio-uitzendingen
In deze week kunt u op BBC Radio 3 in het kader van het programma Composer of the Week, zoals dat gebruikelijk is, op vijf achtereenvolgende middagen tussen 13:00 uur en 14:00 uur werken van deze, deels verwaarloosde en in ons land nauwelijks bekende, Engelse componist beluisteren. De middag-uitzending wordt in de avonduren herhaald tussen 21:45 uur en 22:45 uur.
____________
[1] Bantock was onder meer redacteur-uitgever van de New Quarterly Musical Review, en terzelfdertijd dirigent in diverse theaters in de ‘provincie’. In 1900 werd hij directeur van het Conservatorium in Birmingham, acht jaar later professor voor muziek aan de universiteit in diezelfde stad, als opvolger van Sir Edward Elgar. Als dirigent heeft hij zich niet alleen sterk gemaakt voor de eigentijdse Engelse muziek, maar ook voor die van Jean Sibelius, die in 1908 een uitvoering van Bantocks Omar Khayyám heeft bijgewoond. Als componist was hij een echte epigoon van de romantiek, en mede hierdoor heeft hij de bijnaam Meester van de Kleur verworven. Zijn grote koorwerken, waarvan diverse a capella, hebben het koorleven in Engeland nieuwe impulsen gegeven. Helaas, doordat Granville Bantock in eerste instantie als een ware negentiende-eeuwse componist werd beschouwd, is er te weinig van zijn muziek publiekelijk uitgevoerd, ondanks het bestaan van een Bantock-Society. Dankzij de serie Composer of the Week kunnen radio-luisteraars zo’n vijf uur muziek uit zijn oeuvre meebeleven.
[2] Na de ontdekking door Dante Gabriel Rossetti en anderen werd het werk zo populair, dat er nieuw, aangepaste edities zijn verschenen in 1868 en 1872. Pas in 1875 werd de naam van de vertaler bekend gemaakt. Die overleed in het jaar van verschijnen van de vierde uitgave. De vijfde, thans meest gebruikte Engelse editie is de laatste bewerking van FitzGerald, die in 1889 is uitgekomen en was gebaseerd op de handgeschreven, relatief kleine aanpassingen, die voornamelijk betrekking hebben op interpuncties.
___________
Afbeeldingen
1. Granville Bantock, te weinig bekende Engelse muziekmeester (1868-1946).
2. Voorplat van de gecombineerde Eerste en Vijfde editie van de FitzGerald-versie van Omar Khayyáms Rubáiyát.
This is very interesting, You’re a very skilled blogger.
I have joined your feed and look forward to seeking more of your great post.
Also, I’ve shared your web site in my social networks!