Groot dilemma
‘Ik zal u altijd veel dankbaarder zijn voor de terugzending van mijn manuscripten dan voor hun publicatie.’ Met deze verbazingwekkende woorden nam Franz Kafka in 1912 afscheid van zijn beide uitgevers Ernst Rowohlt (1887-1960) en Kurt Wolff (1887-1963). Deze, tot dan toe waarschijnlijk letterlijk ongehoorde, verklaring vormde een zeer duidelijke indicatie voor de tweespalt waarin de jonge auteur verkeerde in die periode ter voorbereiding van zijn eerste, geheel eigen, publicatie.
Kafka zag het schrijven als een vorm van gebed, maar tegelijkertijd beschouwde hij het als een overtreding van Gods Wil en Gebod. Deze discrepantie in het ondergaan van zijn eigen schrijverschap zou Kafka levenslang in de greep blijven houden.
In de jaren 1903/04 had Kafka, net twintig jaar oud, teruggekeken op datgene wat hij tot dan toe als schrijver had geproduceerd. Het meeste kon de toets van de (zelf)kritiek niet doorstaan en werd ‘veroordeeld tot de brandstapel’, wat heel letterlijk moet worden opgevat: later heeft hij veel van zijn eigen werk inderdaad in het vuur geworpen. In zijn wilsbeschikking heeft hij dan ook laten opnemen dat, op een enkele uitzondering na, de meeste van zijn werken niet mochten worden gepubliceerd. Daartoe hoorde ook het thans allerwegen beroemdste van zijn boeken, Der Prozeß. De executeur-testamentair, Kafka’s vriend Max Brod (1884-1968), kreeg in november 1922 nog eens te horen dat hij na het overlijden van de auteur alle resterende werk moest verbranden. Brod heeft zich echter niets aan Kafka’s laatste wil gelegen laten liggen, en zo verscheen onder Brods supervisie in 1933 een editie van Kafka’s Gesammelte Werke (bij Schocken Verlag in Berlijn), en, vanaf 1976, als zevendelige paperback-editie in de reeks Fischer Taschenbücher in Frankfurt am Main’.
‘Betrachtung’
In de herfst van 1904 had Kafa een begin gemaakt met de eerste versie van zijn Beschreibung eines Kampfes, die hij in de periode 1910-1912 nog aan een bewerking heeft onderworpen. Uit beide versies hiervan heeft hij delen ‘losgeweekt’ en bij de prozastukken van Betrachtung gevoegd, waardoor het er in totaal 18 zijn geworden. Deze zijn alle ontstaan in de periode 1904-1912, en 8 daarvan waren tevoren afgedrukt in het tijdschrift Hyperion (Jahrg. 1, Nr. 1, Jan./Feb. 1908). De stukken waren toen ieder individueel ongetiteld, maar samen eveneens onder het verzamelbegrip Betrachtung verschenen. Naar aanleiding van die eerste publicatie had de met Kafka bevriende schrijver Franz Werfel (1890-1943) een sarcastisch oordeel geveld: ‘Dat komt nooit verder dan Bodenbach.’ (Dat laatste stadje vormde toen een grensplaats tussen Duitsland en Oostenrijk.)
Eerste boekpublicatie
Enerzijds bestond bestond bij Kafka de sterke begeerte om met iets geheel eigens tussen Rowohlts prachtige boeken te verschijnen, anderzijds wilde hij al die ‘zonden jegens het Opperwezen’ het liefst vernietigd zien. Als een soort van compromis liet Kafka uiteindelijk toe dat het kleine prozawerk in boekvorm zou worden uitgegeven. Dat begon toen met Betrachtung (*), waavan Kafka op 14 augustus 1912 het manuscript aan uitgeverij Rowohlt had gezonden en dat in de winter van 1912/1913 door Rowohlt in boekvorm op de markt werd gebracht in een oplage van 800 genummerde exemplaren. Het verscheen in december van 1912, de titelpagina meldt echter 1913. Het boek is opgedragen van M(ax) B(rod).
Voor de boekpublicatie was de grootst beschikbare letter met ruime interlinie gekozen, omdat het geheel anders nauwelijks meer dan 20 pagina’s zou beslaan. De later gepubliiceerde uitgave van de Gesammelte Werke bij Fischer maakt dat ook aannemelijk: de afdruk van Betrachtung in het deel met de Erzählungen beslaat de pagina’s 21-39.
Geen eenheid
Die achttien stukken vallen, ondanks het verzamelbegrip Betrachtung, nauwelijks onder één noemer te vatten. Die betiteling had voor Kafka een diepere betekenis, vooral doordat er een ommekeer in diens bedoelingen ten aanzien van het schrijven een rol was gaan spelen. Het beschrijvende element in zijn geschriften moest, bijna een decennium na zijn eerste grotere terugblik, wijken voor een meer bespiegelende behandeling van het thema ? in zuiver Duits proza. Dat laatste vormde in het Duitstalige Praag van het begin der twintigste eeuw veelal een groot probleem.
Kafka heeft, ondanks het ontbreken van een werkelijke eenheid, bewust gekozen voor de samenvattende titel in het enkelvoud, mede om de indruk te wekken dat alle onderdelen, min of meer, uit hetzelfde perspectief waren ontstaan. De uitgeverij liet echter op de banderol van het boek vermelden dat het om een in zich gesloten geheel ging, waarin met een volstrekt nieuw geluid ? een door opgewektheid ingetoomde zwaarmoedigheid ? het thema, leven en smachtend verlangen van een eigentijdse jongeman, een buitengewone prikkel aan het werk verleent.
Met zo’n wervende tekst is de uitgever er wellicht in geslaagd enige extra aandacht voor het boek te genereren, maar een juiste vlag werd daarmee voor de lading geenszins geboden, vooral mede doordat er ook nog was gerept van een ‘zeldzaam samengaan van lieftalligheid en ernst, met een innerlijke eenheid’, al met al een ‘grote hymne die voor zo menigeen een symbolische betekenis’ zou kunnen krijgen.
Uitzonderingen
Met enige welwillendheid van de zijde van de lezer zouden de bovenstaande kwalificaties eventueel kunnen worden toegpast op twee van de achttien teksten, zoals Zum Nachdenken für Herrenreiter en
DIE BÄUME
Denn wir sind wie Baumstämme im
Schnee. Scheinbar liegen sie glatt auf,
und mit kleinem Anstoß sollte man sie
wegschieben können. Nein, das kann
man nicht, denn sie sind fest mit dem
Boden verbunden. Aber sieh, sogar das
ist nur scheinbar.
Bovenstaande, ongetwijfeld zeer poëtische, prozatekst beslaat nog geen zeven regels op één pagina, en is daarmee tevens het kortste van de achttien stukken. Het langste daarentegen, Unglücklichsein, beslaat 12 bladzijden en daarmee een vijfde gedeelte van het hele boek van nu met 63 tekstpagina’s, die in de editie van 1913 toch nog 99 in aantal waren.
Een in ander opzicht opvallende tekst in deze verzameling is Der plötzliche Spaziergang van ruim twee pagina’s lengte in 47 regels: de eerste 43 daarvan vormen een relatief lange zin, de tweede zin van vier regels werkt daardoor, hoe betekenisvol ook, als een anticlimax.
Reacties
Na het verschijnen in boekvorm had de min of meer bevriende Robert Musil (1880-1942) Kafka in februari 1914 uitgenodigd om mee te werken aan een tijdschrift, waarschijnlijk Die Neue Rundschau. In het augustusnummer van dat blad recenseerde Musil twee publicaties van Kafka: Der Heizer en Betrachtung. Het laatste kwalificeerde Musil heel complimenteus als ‘gewissenhafte Melancholie mit der ein Eisläufer seine langen Schleifen und Figuren ausführt’, maar hij hanteerde tevens het begrip ‘Seifenblasen’.
Voor het korte proza van Franz Kafka was inmiddels bij het pretentieuze lezerspubliek zoveel belangstelling gewekt dat de eerste druk was uitverkocht en er een tweede moest worden opgelegd, die toen ten huize van Kurt Wolff is verschenen.
Deze kleine prozavorm zou Franz Kafka’s grote werk steeds blijven begeleiden, en met de uitgave van Betrachtung was de grondtoon voor zijn gehele oeuvre gevestigd: de altijd weer vergeefse strijd.
Toegevoegde waarde
De voorbeeldige dtv-reeks Bibliothek der Erstausgaben met Duitstalige literatuur op basis van de eerste editie ? voorzien van aantekeningen, toelichting, op- en aanmerkingen ? levert een uitstekende bijdrage tot beter begrip van de tekst in casu, alsmede het sociale en culturele ‘Umfeld’ van auteur en diens literaire werk in het algemeen en dat van het herdrukte in het bijzonder.
De ruim twintig bladzijden met nadere informatie over en commentaar op Kafka’s Betrachtung bevatten een glossarium met de verklaring van achttien weinig voorkomende begrippen, acht pagina’s worden besteed aan data over de schrijver en diens oeuvre, en een nabeschouwing van 12 bladzijden completeert deze, meest recente, uitgave.
Dat deze versie nadrukkelijk wordt aanbevolen, behoeft dan verder geen betoog.
‘Voorgangers’
Al eerder hadden schrijvers gekozen voor poëtische teksten in kort tot zeer kort proza: te lang om als aforisme te kunnen worden gekwalificeerd, maar te kort om als echt verhalend proza te kunnen gelden. Korte, evocatieve minimalia heeft eveneens de toen bekendste der Russische schrijvers in West-Europa, Ivan Toergenjev (1818-1883), onder de verzameltitel Gedichten in proza uitgebracht. (1)
Nog een meester van de korte vorm, die aan Kafka, zij het slechts met enkele jaren, was voorafgegaan, is de Zwitser Robert Walser (1876-1956). Zijn publicaties werden door Kafka op de voet gevolgd, en met diens ‘minimalia’ vertoont de bundel Betrachtung dan ook enige verwantschap. (2)
Uitgever Kurt Wolff
In 1908 trad uitgever Kurt Wolff toe tot de zaak van Ernst Rowohlt in Leipzig. In december 1912 nam hij het bedrijf over en vanaf februari 1913 kreeg het de naam Kurt Wolff Verlag. Op 29 juni 1912 kwamen Wolff en Kafka, op instigatie van Max Brod, voor het eerst bijeen. Ook andere literatoren waren daarbij aanwezig. In een herinnering aan Kafka, die is opgenomen in een bundel met reminiscenties aan de schrijver door 39 totaal verschillende mensen ? collega’s en ambtenaren, vrienden en bekenden, voorts familieleden en medeleerlingen uit de gymnasiumjaren, een huishoudster en intieme vriendinnen (**) ? karakteriseert zijn latere uitgever hem als ‘Schweigsam, linkisch, zart, verwundbar, verschüchtert wie ein Gymnasiast vor den Examinatoren.’ Kafka op zijn beurt beschreef Kurt Wolff als ‘einen liebenswürdigen, wunderschönen, etwa 25-jährigen Menschen, mit einer schönen Frau, einigen Millionen und wenig Verlegersinn.’
Over en weer schreven de beide heren af en toe fraai gestileerde brieven, maar ze hebben elkaar hooguit drie keer ontmoet. Toch heeft Wolff zes van de zeven met toestemming van Kafka gepubliceerde boeken uitgegeven: Das Urteil; Der Heizer ? ein Fragment; Die Verwandlung; Betrachtung (vanaf de tweede druk in 1915); Ein Landarzt; en In der Strafkolonie. Alleen Der Hungerkünstler, dat niet vernietigd hoefde, werd ? in 1924, ruim twee maanden na Kafka’s overlijden ? gepubliceerd in Berlijn door Verlag Die Schmiede.
Biografische geschriften
Tal van geschriften over Franz Kafka zijn in de loop van de twintigste eeuw verschenen, variërend van de biografie door vriend Max Brod (1937 en in diverse andere edities daarna opnieuw), welke nog steeds als maatstaf geldt voor alle andere levensbeschrijvingen van de literaire protagonist in het Praag van anno dazumal.
Ook in het Nederlandse taalgebied is een en ander over de auteur en zijn werk, de parafernalia en zijn invloed, gepubliceerd door o.m. Herman Verhaar en Ludo Verbeek. De meest markante titel van een verzamelband ? over Kaka in Nederland en Vlaanderen, met overzicht van, bloemlezing uit, en de receptie in onze contreien aangaande Franz Kafka ? is van Niels Bokhove: Reiziger in scheerapparaten.
Veelkleurig portret
In de veelzijdige serie dtv-portrait is onlangs de tweede druk uitgekomen van Detlev Arens’ relatief korte, maar heldere en voortreffelijk leesbare, biografie (***) van de eenmalige Kafka. Geheel in overeenstemming met het stramien van de reeks wordt de ontwikkelingsgang van de protagonist overzichtelijk geschetst, rijkelijk voorzien van illustratiemeteriaal en, waar nodig, aan de onderzijde van de pagina ruim toegelicht met citaten uit het werk van Kafka en anderen, en voorts met beschrijvingen van figuren die in de doorlopende tekst voorkomen maar enige nadere zinnen behoeven, omdat dezen in het (privé)leven van Kafka, of in de openbaarheid tijdens zijn bestaan, een rol van betekenis hebben gespeeld.
(1) Een keuze daaruit verscheen in 1940, vertaald door Aleida G. Schot, bij Wereldbibliotheek te Amsterdam. Ivan Toergenjevs stukjes, die werden geschreven in zijn laatste levensperiode (1878/82), hebben, in tegenstelling tot die van Franz Kafka, wel een eenheid in de thematiek: retrospectie en herinneringen tijdens de oude dag. Dat geeft de titel, die Ivan Toergenjev oorspronkelijk in gedachten had, Senilia, reeds aan.
(2) De poëtische prozaminiaturen van Robert Walser zijn zeer dikwijls impressionistische momentopnamen uit het leven van alledag, waarin de vreugde en de opgewektheid dikwijls haaks staan op het onderliggende onbehagen. Walsers Kleine Prosa verscheen voor het eerst in 1917, en is later ook opgenomen in zijn verzamelwerk dat bij uitgeverij Insel in Frankfurt am Main is uitgekomen.
(*) Franz Kafka: Betrachtung. Herausgegeben von Joseph Kiermeier-Debre. 96 pag., kleine paperback in de dtv-reeks Bibliothek der Erstausgaben. Deutscher Taschenbuch Verlag, München, juli 2006, dtv 2666, € 5,50.
(**) »Als Kafka mir entgegenkam« ? Erinnerungen an Franz Kafka. Herausgegeben von Hans-Gerd Koch. 206 pag., met z/w ill., paperback. Fischer Taschenbuch Verlag, Frankfurt am Main, 2000. ISBN 3-596-14309-8, € 8,90.
(***) Detlev Arens: Franz Kafka. 160 pag. met z/w en vierkl. illustraties, paperback in de reeks dtv-portrait. Deutscher Taschenbuch Verlag, München 2005 (2), dtv 31047, € 10,?.
(De genoemde boekprijzen gelden in Duitsland en bij Die Weisse Rose in Amsterdam, elders in Nederland kosten Duitse boeken tot 50% meer.)