Hubert Crackanthorpe in Nederland

Hubert Crackanthorpe, wie kent hem nog? Ik werd me pas enkele jaren geleden, dankzij de heer Louis P. te Amsterdam, bewust van het haast helemaal vergeten literair-historische bestaan van deze op 27-jarige leeftijd onder mysterieuze omstandigheden overleden realistische Engelse schrijver. Als ik echter beter had opgelet had ik hem al eerder kunnen opmerken, namelijk in de schets ‘De zwarte kat’ van mijn held Jacob Israël de Haan uit 1906: […]

Hubert Crackanthorpe, wie kent hem nog? Ik werd me pas enkele jaren geleden, dankzij de heer Louis P. te Amsterdam, bewust van het haast helemaal vergeten literair-historische bestaan van deze op 27-jarige leeftijd onder mysterieuze omstandigheden overleden realistische Engelse schrijver. Als ik echter beter had opgelet had ik hem al eerder kunnen opmerken, namelijk in de schets ‘De zwarte kat’ van mijn held Jacob Israël de Haan uit 1906:

‘Toen ze allen in hun werk weg waren, en mijn klas vol en stil-gelopen was, vond ik op ’t raamstijl een boek liggen. Het was een werk van de Engelsman Hubert Crackanthorpe, dat Wreckage heette. Dit uitmuntend kunstwerk werd weinig gelezen in ons land; ik had het leren kennen toen ik in een Engels gezin te Stoke upon Trente was. Maar in Holland had ik het slechts twee keer aangetroffen, hier vond ik het ten derde male. Het behoorde aan de zwarte kat, want haar naam stond er voorin, met zéér geregelde letters, voluit. (…)
Ik gaf haar het boek, zeggende: ‘leest u Crackanthorpe?’
‘Ja… ik miste het boek al.’
‘Het lag in mijn klas.’
Kort daarna liep ik voor het eerst met de zwarte kat op straat (…) Zij sprak het eerst:
‘U vroeg naar Crackanthorpe…kent u zijn werk?;
‘Ja… Wreckage en Last Novelties.’
‘Ja, maar kent u het goed?’
‘Gewoon… ik kreeg het in Stoke van een Engelsman, die het prachtig vond… ik ook…’
(Geciteerd naar de Inleiding van de heruitgave van Nerveuze Vertellingen 1983)

Onlangs stuitte ik op een andere Nederlandse schrijver uit de periode die hem nog korter na Crackanthorpe’s dood memoreerde, namelijk onze hier eerder genoemde vriend Henri Borel. In zijn verhalenbundel Van de engelen (1901) zijn de schetsen getiteld ‘Vignetten’ opgedragen ‘Aan de nagedachtenis van Hubert Crackanthorpe’. De schets ‘Regent-Street-Picadilly’, gedateerd ‘Londen, april 1901′, lijkt ook inhoudelijk geïnspireerd door Crackanthorpe’s grauw realisme. Zo beschrijft Borel hierin een van zijn favoriete onderwerpen, gevallen vrouwen:

Lees ook:  Carel Scharten en het (polder)decadentisme: De bloedkoralen doekspeld

‘En nu zie ik pas, wat aan ’t gebeuren is.
Een lange file van vrouwen gaat voorbij. De zwarte nacht-vrouwen, de sombere zondevrouwen van Londen. Donkere vrouwen, blonde vrouwen, bruine vrouwen, roode vrouwen, met lijkbleek, met vurig rood geverfde gezichten, en vuilwit poeder op voorhoofd en hals en slapen, de oogen schitterend van ’t arsenicum, en breed geschilderde wenkbrauwen. Gretig als valsche nachtdieren loeren zij in ’t rond, lachend met een funèberen grijns, wenkend met vuil gebaar, op de heupen wiegend, zich aanbiedend aan allen. En de kerels grijnzen terug, en weifelen, en wachten of niet wat beters komt, hebben den tijd nog, drenzen heen en weer.’ (p. 123-124)

Waarschijnlijk kende Borel Crackanthorpe via zijn vriend Frederik van Eeden die, zag ik net bij het afronden van dit bericht, op 24 januari 1900 Wreckage reeds gelezen had.

Eén gedachte over “Hubert Crackanthorpe in Nederland”

  1. Crackanthorpe staat meermaals vermeld in Holbrook Jackson’s “The Eighteen Nineties”, maar heeft ook de eer van een volwaardig citaat. Het boek wemelt van de randfiguren …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *