Linde

Hij staat er nog, dat heb ik je beloofd. / Ze keek me aan. Het veld was groen gebleven. / Een sneeuwvlek hier en daar. De volle zon. […]

Hij staat er nog, dat heb ik je beloofd.
Ze keek me aan. Het veld was groen gebleven.
Een sneeuwvlek hier en daar. De volle zon.

Op welke plek stond hij hier gisteren?
Haar denkgezicht, de wegkijkende ogen.
Hij heeft vannacht weer door het gras gelopen.

De kraaien krasten niet, het licht was wit.
Langs zwarte wintertakken streek de wind.
Zij danste op haar tenen rond de boom.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *