Over Kees van Dongen, Oscar Wilde en Parijs in 1900

Na ons stukje over de uitgever Veldt kwamen wij, niet geheel toevallig, en tot onze niet geringe bibliofiele vreugde,  in het bezit van een behoorlijk zeldzaam boekje. Althans, dat vermoeden wij. Hoewel het ergens integraal online blijkt te staan, is er toch weinig leuker dan het doorbladeren van een prachtboekje als de Nederlandsche Gids op de Parijsche Tentoonstelling in 1900, uitgegeven door Veldt dus. Waarom is dat? Welnu, het heeft een prachtomslag en illustraties van niemand minder dan Kees van Dongen. Geweldig artist! Wij hadden het boekje, als dat wat zegt, nog nooit gezien en we beseften pas na het afrekenen dat het een Van Dongen-item was. Wij kochten het vanwege het immer lopende onderzoek naar Parijs rond 1900 en de Nederlandse connecties.

Wij sloegen er uiteraard direct de door Anita Hopmans vervaardigde prachtcatalogus De onbekende Van Dongen: vroege en Fauvistische tekeningen 1895-1912 (1996) op na. Daar wordt onze aanwinst, zoals eigenlijk wel te verwachten viel, keurig genoemd. In verband met de hier al eerder uitvoerig besproken Snabilié, Van Dongens Parijse vriend:

Er zijn tot slot verschillende concrete voorbeelden van Snabiliés hulp aan Van Dongen te noemen. Zoals de illustraties die Van Dongen maakte voor een Nederlandse gids van de Parijse Wereldtentoonstelling van 1900, die door een met Snabilié bevriende auteur werd geschreven. (p.37)

In de toch buitengewoon rijk geïllustreerde catalogus zijn de omslag of illustraties echter niet afgedrukt en ik zie, tenzij ik met de neus kijk, het boekje of de afbeeldingen ook niet elders in de catalogus. Is het in 1997 wel geëxposeerd? Dat weten we niet. Op de tentoonstelling De grote ogen van Kees van Dongen (2010) werd wel een exemplaar van de Gids tentoongesteld.

Hoe het zij, dankzij de zegeningen van het wereldwijde web kunt u heden alsnog deze enorm leuke illustraties bekijken; een schrale, digitale troost voor de bibliofielen onder u. Twee Van Dongen-prentjes scanden we zelf in hoge resolutie: De Nederlandsche afdeeling voor Kunstnijverheid en De Nederlandsche afdeeling voor hulpmiddelen van techniek en kunst. (Zie hieronder; opklikken voor groot.)

Image4

Van Dongen zal in die zomer van 1900 heel Parijs hebben doorgewandeld en zijn ogen goed de kost hebben gegeven, de enorme kermis die de Wereldtentoonstelling was hebben opgeslokt. Werd hij af en toe ook staande worden gehouden door al dan niet bevriende kunstminnaars? Hoe dat zo? Welnu, hij was dan wel een beginnend artiest in deze periode (zie Hopmans), maar wel een die al tussen de hele groten (Mesdag, Israëls, Toorop, Maris, enzovoort) mocht exposeren in het Nederlandse Paviljoen van de Wereldtentoonstelling. In de Exposition Universelle Internationale de 1900: Catalogue Spécial des Pays-Bas (Lemercier, 1900) vinden we namelijk onder ‘Groupe II – Classe 8: Gravure et lithographie’ catalogusnummer 5 : ‘Dongen (van) – Portrait (lithographie).’ (Cf. Hopmans p.311)

Welk portret hier wordt bedoeld, daar kunnen wij enkel naar raden – we vinden het niet terug bij Hopmans. Misschien wel het lithografische portret uit oktober 1899 van journalist Brusse (Hopmans cat. nr.16)? Wie het weet mag het zeggen! Wij horen dat extra graag aangezien we, als een projectje terzijde, trachten te reconstrueren wat er precies in dat Nederlandse paviljoen heeft gehangen.

Wat wij wel denken hier te kunnen toevoegen, maar als we raaskallen horen we het graag, is een duiding van Van Dongens tekening Les débuts de Raoul (Hopmans p.28, afb.20). Deze vroege, door de Franse tekenaar Ibels beïnvloedde tekening – zwart krijt, aquarel, 440 x 265 mm – wordt door Hopmans (p.36)  gedateerd in 1899 of 1900. We zien een vrij gespierde man in een sportpakje voor een publiek staan, met op de achtergrond een doek of tent (?). Probleem is dat ik de vrouw in sportkleding (?) niet helemaal kan duiden… maar Parijs 1899-1900? Sport? Raoul? Zou dat  niet Raoul le Boucher kunnen zijn? De worstelaar die ons inziens model heeft gestaan voor ‘Bebert le Boucher’, een verhaal uit de bundel Korte arabesken van Louis Couperus? Raoul debuteerde in 1899, en brak in 1900 op de Wereldtentoonstelling door. Daar werd hij zeer bewonderd door niemand minder dan Oscar Wilde. Voor details verwijzen we naar ons artikeltje uit Arabesken, waaruit wij hier enige herinneringen van Paul Fort aanhalen:

Lees ook:  Bal Masqué – Over Jacob Israël de Haan en de mysterieuze Dick van Aalst

Es war zur Zeit der Weltausstellug 1900. Wilde und ich machten täglich stundenlange Spaziergänge dahin, vor allem aber zog uns die schweizerische Villenkolonie der Ausstellung an, in der sich täglich französische und schweizerische Ringkämpfer massen. Unser gemeimsames Interesse war ein ästhetisches, das Wildes aber auch anderer Natur… Wilde verkehrte viel unter diesen Ringkämpfern, von denen einer, berühmt unter dem Namen ‘Raoul le Boucher’, es ihm angetan hatte, während ich einer schweizerischen Kellnerin aus Bern, namens Ida R., den Hof machte.

Dat Carel de Nerée tot Babberich zijn held Oscar Wilde ontmoet heeft, lijkt ons afdoende bewezen  (en door nagekomen reacties en vondstjes verder ondersteund) maar – tromgeroffel! – ook Kees van Dongen zou best wel eens héél dichtbij de grote Oscar kunnen zijn geweest. Gesteld dat Van Dongens tekening op de Wereldtentoonstelling 1900 kan worden gesitueerd en gedateerd, en de aanwezigheid van publiek en tent of doek wijst ook eerder in die richting dan Raouls debuut in 1899 elders in een ring, dan is het dus mogelijk dat onder dat publiek ook Oscar Wilde was. Van Dongen en Wilde zijn dus, weliswaar tussen vele andere bezoekers, elkaar lijfelijk redelijk genaderd of hebben elkaar kunnen naderen.

Nu is dat op zichzelf geen nieuws: Wilde en Van Dongen deelden immers diverse contacten, zoals  Catulle Mendès en La Jeunesse. En Toulouse Lautrec misschien, kenden zij elkaar? Van Dongen is daarmee een van de kandidaten voor die naamloze Nederlanders van wie Johan Polak veronderstelde dat zij in Wildes laatste dagen aan diens lippen hingen. Ook een in Parijs woonachtige Nederlandse mede-exposant in het Paviljoen als de schilder John J. Jacobson (1867-19?) was bevriend met Wildes vriend  Leonard Sarluis (en met Couperus trouwens, zie diens biografie door Frédéric Bastet, p.291). Maar nu kan een hypothetische ontmoeting iets nader worden gelokaliseerd.

Is dat belangrijk? Nou ja, misschien niet, maar het is op z’n minst een aardig en romantisch Wilde-detail, zo vinden wij persoonlijk.  Zou Kees van Dongen enige interesse in Oscar Wilde hebben gehad? Als ‘icoon’ was Wilde voor Van Dongen, die voor zover wij weten van de dames was, waarschijnlijk niet belangrijk, en naar zijn specifieke literaire interesses in deze periode is het ook een beetje gissen. Maar wie meer weet, of het hartgrondig oneens is met bovenstaande, mag zich melden. Ook dit wordt weer vervolgd.

3 gedachten aan “Over Kees van Dongen, Oscar Wilde en Parijs in 1900”

  1. Enkele wilde gokken voor wat op dat bovenste prentje te zien kan wezen: Delft/Rozenburg aardewerk/porselein [het opschrift achter is natuurlijk een ‘giveaway’: DEL(FT)],en dan links ..TIK, zou dat BATIK wezen?, en dan rechts: BRAA… – Braat uit Delft, in gietijzeren objecten? Zoals gezegd, ik gok maar.

  2. Wat en aardig artikel over dit zeldzame boekje.
    Is het boek toevallig te koop? Ik ben een volijverige verzamelaar van het vroege tekenwerk van Kees van Dongen
    Dit boekje zou daar goed in mijn verzameling passen.
    Met vriendelijke groeten ,
    Joost Kuijken

  3. Op de eerste plaats was de Nederlandse inzending in tegenstelling tot voorgaande jaren verdeeld in diverse secties over gehele tentoonstellingsterrein. Zo was er dus zoals hier schetsmatig weergegeven door van Dongen de grote stand te zien van Rozenburg Porselein en Aardewerk fabriek. De andere schets een van de afdelingen ingericht door architect J. Mutters Jr, en Karel Sluijterman met gebatikte groene pluche, vermoedelijk verzorgd door de Arts en Crafts winkel uit Den Haag. De inrichting van deze stands werd verzorgd door de bekende Haagse aannemer en bouwkundige J.P.J. Lorrie. Alles vervaardigd in ons land en per trein naar Parijs vervoerd om daar te worden opgebouwd door de werklieden van Lorrie.

Laat een antwoord achter aan Peter van Dam Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *