Van en over Jules Barbey d’Aurevilly

Wie kent hem niet, Barbey d’Aurevilly? Nu ja, velen niet uiteraard, maar degenen die wat in de negentiende-eeuwse literatuur hebben gegrasduind zullen de naam, vaak in een adem met die andere moeilijke naam, Villiers de l’Isle Adam, zeker zijn tegengekomen. Maar echt beroemd is hij niet, en wat je doorgaans over hem leest zijn meestal dezelfde zaken. […]

Wie kent hem niet, Barbey d’Aurevilly? Nu ja, velen niet uiteraard, maar degenen die wat in de negentiende-eeuwse literatuur hebben gegrasduind zullen de naam, vaak in een adem met die andere moeilijke naam, Villiers de l’Isle Adam, zeker zijn tegengekomen. Maar echt beroemd is hij niet, en wat je doorgaans over hem leest zijn meestal dezelfde zaken: oude dandy, vriend van Brummel, beroemdste boek: Les Diaboliques (1874), schreef beroemde oneliners over Huysmans en Baudelaire, stierf in armoede in 1889. Wie nog meer wil weten verwijs ik naar het internet; ik ga en hoef dat niet allemaal na te vertellen. Recentelijk herlas ik het een en ander van hem en wat bleek? Een briljant schrijver, die d’Aurevilly! Het was me een genoegen. Hieronder volgt een volledig subjectief leesverslag en -advies, alsmede enkele literair-historische voetnoten. Wat had u anders verwacht? Om toch enige structuur aan te brengen volg ik deels de chronologie van zijn werken zoals te vinden op Wikipedia.

Le Cachet d’Onyx (1831) en Léa (1832)
Twee vroege novellen die ik samen met Une Histoire sans nom en Une Page d’histoire (beide uit 1882; hierover verderop meer) in een foliopocketje heb staan. Ik meen de verhalen jaren geleden gelezen te hebben, maar kan het me niet meer herinneren. Wel geloof ik dat, nu ik ze zo’n beetje doorblader, ze erg lijken op d’Aurevilly’s overige werk. Het was duidelijk een schrijver met een obsessie, één thema, maar hoe erg is dat, als je goed en boeiend blijft schrijven?

Une Vieille Maîtresse (1851)
Een roman waarvan ik nimmer een exemplaar in handen heb gehad, maar dat is toeval denk ik, want werk van d’Aurevilly vind je doorgaans in elke willekeurige partij oude Franse boekjes. Eerste drukken, dat is uiteraard een ander verhaal. Helaas heb ik dan ook geen enkele eerste druk in mijn bezit. Een paar jaar geleden is deze roman overigens verfilmd, maar ik heb de film nog steeds niet gezien.

Le Chevalier Des Touches (1863).
Deze roman heb ik al jaren liggen in een aardige, eind negentiende-eeuwse, geïllustreerde editie. Nimmer gelezen, maar ga dat mogelijk, nu d’Aurevilly helemaal ‘in’ is als je het mij vraagt, toch eens doen.

Un Prêtre Marié (1864).
Deze roman heb ik eveneens liggen in een foliopocket en heb hem ook eens gelezen – alle 431 Franse bladzijden. Ik zie me dat nu niet meer doen. Wat ik me ervan herinner? Een prachtroman! Een duistere knaller over, inderdaad, een getrouwde priester, gedaan op een manier zoals alleen d’Aurevilly dat kan.
En hoe kan dat dan, hoor ik u vragen? Welnu, er is maar een antwoord op deze vraag en die is gelegen in de zes verhalen van:

Les Diaboliques. (1874).
Zes meesterlijke verhalen die iedereen gelezen dient te hebben! Gruwel, decadentie, de duivel, schoonheid, prachtig taalgebruik, zinnen als delicatessen en nog veel meer. Een prachtige bundel van een onderschat schrijver, vooral als je er eens goed voor gaat zitten en er ‘voor open staat’. Of je vindt het niks, je vind het ‘grote crackers’ zoals Praz de verhalen typeert (Het verdrag met de slang, p.450). Kan ook. Ik las de Diaboliques, een ware winkeldochter, jaren geleden, maar begreep er mogelijk niet al te veel van. Bij herlezing kwam ik dus tot bovenstaand waardeoordeel. Ik deed dat dankzij de volgende uitgaven die het ook zonder (roestige) beheersing van de Franse taal mogelijk maken te genieten van deze zwart-romantische knaller. Van de zes verhalen is een aantal, verspreid, in het Nederlands vertaald:

Lees ook:  Jan Siebelink — Suezkade (2008)

Le bonheur dans le crime is als Het geluk in de misdaad te vinden in de door Joyce & Co vertaalde en samengestelde bundel Zwarte Romantiek (1975). De Wereldbibliotheek heeft in de jaren vijftig een bundel(?) met dezelfde titel uitgegeven, maar die heb ik vreemd genoeg nooit gezien of in handen gehad.

La vengeance d’une femme is te vinden als De wraak van een vrouw in de door Jaap Romijn samengestelde bundel (Klassieke) Liefdesverhalen: een Zwart Beertje uit 1962. Echter, de lettertjes zijn zo klein en de pagina’s doorgaans zo verbruind dat het lezen niet direct een genot is.

-Over À un diner d’athées hebben we het hier al eens gehad. Ondertussen las ik het ook. Het boek viel uit elkaar, het lettertype is vreemd en de vertaling krom, maar het is toch een aanrader. Direct kopen als je het tegenkomt.

– De overige verhalen zijn voor zover ik weet niet vertaald. Of is er destijd nog iets verschenen van d’Aurevilly? In De Kroniek misschien? Voor zover ik weet niet.
Ik heb daarom een mooie Engelse vertaling in huis gehaald: die van de in 1925 in New York bij Knopf verschenen uitgave. Een leesgenoegen. Voorwoord van Edmund Gosse, goede vertaling, heerlijk lettertype: wat wil je nog meer? Aanrader. En ik kocht hem voor slechts 20 euro inclusief verzending uit de Verenigde Staten. Ik geloof dat het niet de eerste Engelse vertaling is trouwens; die verscheen meen ik in 1902. Een door mij gezocht, maar steeds nog maar niet gevonden uitgave is die van Dedalus.

– Barbey’s laatste werk is de novelle Une histoire sans nom (1882). Ik las dit jaren geleden meen ik al eens, maar heb dat de laatste week nog eens gedaan, want wat blijkt? Er bestaat een uitmuntende Nederlandse vertaling van! Ik las hierover toen deze enkele jaren geleden verscheen, maar aangezien ik ook wel eens (zelden) met andere dingen bezig ben of iets anders lees, legde ik dit naast mij neer. De dappere mensen van uitgeverij Voetnoot (die onder anderen Huysmans en Baudelaire uitgaven; over de laatste uitgaven binnenkort meer) hebben het aangedurfd in deze barre tijden Une histoire sans nom uit te geven onder de titel Het meisje en de kapucijn. Uitmuntende vertaling zoals gezegd en een boeiend nawoord. (Wist u dat Proust d’Aurevilly zeer bewonderde?) Direct bestellen dus! Slechts twee minimale, zeurderige puntjes. Ten eerste de gele en zwarte letters op het omslag. Ten tweede: op pagine 57 ‘vousvoyeert’ iemand volgens de schrijver, maar de vertaler doet dat vervolgens niet.
Bij Voetnoot verscheen ook een vertaling van d’Aurevilly’s vrij beroemde boek over Het dandyisme en George Brummell. Wij gaan ook dat lezen en verslag volgt spoedig.

Ten slotte nog enkele details over d’Aurevilly in de Nederlandse letteren:
– In Vincent Haman laat Paap zijn hoofdpersonage d’Aurevilly vertalen in plaats van Villiers de l’Isle Adam (zoals zijn ‘model’ Van Deyssel deed).
– In Teirlincks roman Het ivoren aapje (1909) wordt betrekkelijk regelmatig aan d’Aurevilly gerefereerd. Een soort polderdecadentisme trouwens, deze roman van Teirlinck.
– In ‘Couperus en Engeland’ van J.G. Kooij wordt enige invloed van d’Aurevilly (en van Huysmans trouwens) op Couperus verondersteld.
– Over zijn ‘fictieve receptie’ later meer. Ik weet nu nog geen aardige voorbeelden, enkel twee vermeldingen bij Robbers en Van Genderen Stort.

5 gedachten over “Van en over Jules Barbey d’Aurevilly”

  1. Een misdaad brengt geluk luidt de Nederlandse titel van de door D.A.M. Binnendijk vertaalde versie van Le bonheur dans le crime, verschenen in de reeks Wereldboog van Wereldbibliotheek (1957; 66 pp.).
    Ik heb er in de zomer van 1968 een behoorlijke stapel van gekocht, evenals van diverse andere titels uit die reeks, aangezien ze toen werden opgeruimd voor de somma van 10 cent, 15 stuks voor één gulden.

  2. Dank voor de info! Grappig: heb een exemplaar van Les Diaboliques (Paris, 1922, met ill. van Gaston Pastré. Mooie uitgave) uit bezit van Binnendijk.

  3. À propos de rien: Barbey d’Aurevilly en Aubrey Beardsley zijn bijna-anagrammen van elkaar. En wat daar dan mee aan moeten vangen weet ik niet.AB was, zover ik weet, in ieder geval een lezer van BA.

  4. Ik heb u fascinatie voor deze belangrijke schrijver grondig gelezen.Zelf ben ik een verwoed liefhebber van Baudelaire én GERARD DE NERVAL!Verder staan Rimbaud,Raymond Roussel,Germain Nouveau,Novalis,Lord Byron,Shelley,Mary Wollstonecraft,Thomas de Quincey,E.T.A.Hoffman op de boekenplank.Ik ben een héél groot liefhebber van die magische tempels uit de negentiende eeuw.Onuitputtelijk,inspirerend én TIJDLOOS!!!!Het boek “Dandyisme en George Brummell heb ik net in bestelling.Hebt u de biografie ” Baudelaire ” van Ziegler en Pichois al gelezen”.Een absolute ” must.Verschenen in vertaling bij Ambo.
    Literaire groeten.
    Guy Van Looy.

  5. Waarde Guy van Looy,
    Dank voor uw enthousiaste woorden: gansch mee eens uiteraard! Genoemde Baudelair bio heb ik nog niet gelezen dacht ik, maar kom ik hem eens tegen: ik schaf hem meteen aan!
    vrlgr
    Sander

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *