Van en over Paljas, de Erotomaan en Kor van Riemsdijk.

Het houdt verdikkeme ook nooit eens op. Gun ik mezelf een ‘soort van’ ‘kerstvakantie’
en zit ik op de zondagochtend gemoedelijk The Catcher in the Rye te herlezen en naar mijn Andy Warhol-poster te kijken, wordt er, zowaar!, aangebeld. Blijkt Dick van Vliet te zijn, u beter bekend als ‘eminent Couperus-deskundige’, die helemaal op zijn bakfiets vanuit Den Haag naar de Zaanstreek is komen fietsen. Raar. Niet dat ‘ie hiernaar toe komt, het is mijn homie en hij fietst graag want is erg sportief maar dat hij dat op zo’n grote, dure, bakfiets doet waar al die yuppen in het verderop gelegen Damsco ook op rijden. Dick van Vliet op een bakfiets, alleen een Hindoe op een Honda is raarder.  Dáár zou Tzum eens over moeten berichten of als zelfs hen dat te triviaal is zouden ze dit bericht over wat Van Vliet ín die bakfiets had over kunnen nemen. Begrijpelijkerwijs licht bezweet overhandigde Dick mij enkele verfomfaaide exemplaren van het satirische tijdschrift Paljas uit het jaar 1911. ‘Ken jij dit, oh groot fin de siècle-kenner?’, vroeg hij. ‘Nee, dude, nooit gezien, nooit van gehoord.’

Naast de usual suspects van de vroege Nederlandse karikatuur-, teken- en stripkunst als Ton van Tast, Ko Doncker en Jordaan blijkt Paljas tekeningen te bevatten van ene ‘Kor van Riemsdijk’. Geen idee wie dat is, kan er ook niets over vinden in de RKD Explore. Misschien Johannes Abraham van Riemsdijk (1878-1945)? Maar dat is officieel een fotograaf maar wel de enige artistieke Van Riemsdijk die, zie onder, in 1899 al heeft kunnen tekenen. Het kan natuurlijk ook gewoon een pseudoniem zijn, komt u daar maar eens achter.
De tekeningen van deze Van Riemsdijk echter sluiten naadloos aan bij de tekenstijl van Aubrey Beardsley en Carel de Nerée die in Nederland, zoals uit ons bescheiden onderzoek mag blijken, wel degelijk vaste voet aan de kunsthistorische grond heeft gekregen maar waar je in de ‘officiële’ kunstgeschiedenis tevergeefs naar zoekt. En in tegenstelling tot die van de vorige kandidate, Bettina Giacometti, getuigen deze tekeningen, vind ik, wel van talent of in ieder geval van meer tekenvaardigheid. Het blijft natuurlijk curieus epigonisme, maar daarom niet minder aardig, misschien wel juíst daarom zo aardig.

Bij de eerste hier afgebeelde tekening Promenade heeft Van Riemsdijk voor de compositie leentjebuur gespeeld bij Rops (Satan semant l’ivraie, Pornocrates). De titel leende hij van De Nerée, die diverse Promenades tekende en die Riemsdijk in 1910 en 1911 heeft kunnen zien bij de diverse De Nerée-tentoonstellingen en de ontblootte borsten leende hij van Beardsley en De Nerée. Wel risqué trouwens maar mooi natuurlijk dat De Nerée andere Nederlandse kunstenaars ertoe aanzette blote borsten te tekenen, dat kunnen wij alleen maar toejuichen.
De compositie van de tweede tekening L’Erotomaan, waarin een vieze man een Beardsley-esque feeks achtervolgt, sluit hierbij aan. En deze tekening lijkt rechtsonder gedateerd ‘[18]’99’ te zijn. Dat is wel héél bijzonder want dan was deze Van Riemsdijk tóen al, nog vóór De Nerée, bezig met Beardsley-esque werk te maken. Of is het gewoon ’11? Onduidelijk. In dat geval zouden de tekeningen overigens ook gemaakt kunnen zijn door de schilderende jonkheer Frederik Lodewijk van Riemsdijk (1890-1955) die mij, gezien zijn jeugdige leeftijd dan, de meest plausibele kandidaat lijkt.
Een qua compositie mijns inziens niet helemaal geslaagde maar wel grappige tekening is Curiositeiten: liefde waarin de dames met grote hoeden aan de galante Parijse dames doet denken die Kees van Dongen rond 1900 tekende voor L’Assiette au Beure, een tijdschrift dat Van Riemdsijk uiteraard kende.
Een Beardsley- en De Nerée-achtige compositie waarin een man op de knieën gaat voor een grote rokende vrouw met wespentaille en on-wesperige borsten is La taché de beauté. Gockinga zou dit zo’n vijf jaar later nog een stukje verder over the top brengen met zijn versie van Salomé waarin hij de wespenvrouw een idioot grote angel geeft.

Lees ook:  In het voetspoor van Louis Couperus

Kortom, reuze curieus weer en een mijns inziens leuke toevoeging aan de geschiedenis van het beeldende ‘decadentisme’ in de Nederlandse kunst van rond 1900. Ik, en u ook vermoed ik, zouden deze tekeningen graag eens in het echt willen zien uiteraard. Zouden ze nog ergens slingeren? There, there, my dear, geen idee. Wie het weet en Van Riemsdijk heet mag het als immer zeggen.

3 gedachten over “Van en over Paljas, de Erotomaan en Kor van Riemsdijk.”

  1. Jhr. Wolter Daniël Gockinga (1885-1963) was volgens het “Nederland’s Adelsboek” 83 (1993), p. 243, “kunsttekenaar” en om hem zal het gaan. Hij werd geboren in Groningen en overleed in het Franse Clichy.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *