De Franse dichter François Coppée over zijn maand September

Septembre

Après ces cinq mois que j’ai passé loin d’elle,
J’interroge mon coeur; il est resté fidèle.

En Mai, dans la jeunesse exquise du printemps
J’ai souffert en songeant à ses beaux dix-sept ans.

Quand la nature en Juin de roses était pleine,
J’ai souffert en songeant à sa suave haleine.

En Juillet, quand la nuit peuplait d’astres des cieux,
J’ai souffert en songeantà l’éclat de ses yeux.

Août a flambé, Septembre enfin mûrit la vigne,
Sans que mon triste coeur s’apaise et se résigne.

Toujours son souvenir a la même pouvoir,
Et je n’ai qu’à fermer les yeux pour la revoir.
__________

François Joachim Édouard Coppée
(1842-1908).
Uit: Les Mois (ca. 1878), opgenomen in dl. 3
(van de 6) Poésies (1864-1905). [1]
__________

[1] Zie ook De zomer bezongen (6) op donderdag 27 juli 2006 voor Juillet van dezelfde auteur en De zomer bezongen (7) op zondag 27 augustus 2006 voor Août, en De herfst bezongen (1) op dinsdag 31 oktober 2006 voor Octobre, en 8 februari 2007 voor Février. François Coppée’s Maart-zang vindt u op 3 maart in deze kolommen; zijn gedicht over de maand April is op 1 april in dit elektronische tijdschrift opgenomen, en dat is geen grap. En dan is Coppées visie op de maand mei nog opgenomen in onze bijdrage van donderdag de derde van de maand in kwestie, in het artikel De meimaand bezongen door dichters uit drie landen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *