Gelezen: Martin Koomen — ‘Dandy’s en Decadenten’

Ik las dit onlangs verschenen boek en weet eerlijk gezegd niet goed wat er van te denken. Het is weliswaar zeer te prijzen dat Lubberhuizen een aan het toch redelijk specifieke onderwerp gewijd boek heeft willen uitgegeven, maar het idee erachter is mij niet recht duidelijk. Is het als een algemene inleiding voor ‘het grote publiek’ bedoeld of is het gericht tot degenen die al het een en ander weten van het onderwerp en deze kennis willen toespitsen? In beide gevallen slaagt het mijns inziens om diverse redenen niet. De belangrijkste daarvan lijken me de volgende.

Ik las dit onlangs verschenen boek en weet eerlijk gezegd niet goed wat er van te denken. Het is weliswaar zeer te prijzen dat Lubberhuizen een aan het toch redelijk specifieke onderwerp gewijd boek heeft willen uitgegeven, maar het idee erachter is mij niet recht duidelijk. Is het als een algemene inleiding voor ‘het grote publiek’ bedoeld of is het gericht tot degenen die al het een en ander weten van het onderwerp en deze kennis willen toespitsen? In beide gevallen slaagt het mijns inziens om diverse redenen niet. De belangrijkste daarvan lijken me de volgende.

(Decadente) aanwinsten (8)

Marcel Schwob, Coeur double (1891) en Le Livre de Monelle (1894): een recentelijk verschenen Flammarion-pocket van twee redelijk moeilijk te pakken te krijgen bundels van deze writers writer. Schwob heeft — zie het voorwoord van deze uitgave — nogal wat grote twintigste-eeuwse schrijvers geïnspireerd. Praz beschreef zijn werk als dat van een ‘erudiete decadent’, maar ‘verre superieur aan dat van veel decadenten, maar het getuigt van hetzelfde levensgevoel en werd door dezelfde thema’s geïnspireerd’. […]

Marcel Schwob, Coeur double (1891) en Le Livre de Monelle (1894): een recentelijk verschenen Flammarion-pocket van twee redelijk moeilijk te pakken te krijgen bundels van deze writers writer. Schwob heeft — zie het voorwoord van deze uitgave — nogal wat grote twintigste-eeuwse schrijvers geïnspireerd. Praz beschreef zijn werk als dat van een ‘erudiete decadent’, maar ‘verre superieur aan dat van veel decadenten, maar het getuigt van hetzelfde levensgevoel en werd door dezelfde thema’s geïnspireerd’. […]