De eeuwige aanbidding

Drie zusters zingen iedere avond in mijn achtertuin. In de gewaden van hun geloof, waxinelichtjes in de hand, zingen ze hun gebeden in de stilte tussen de grachten: gebroken stemmen, wankele vlammen. De wind blaast ze uit. Soms doet het tafereel, dat schijnbaar zo uit de toon valt in een moderne stad,  me denken aan … Lees verder “De eeuwige aanbidding”

Scandinavische zomer: Pan (1894) van Knut Hamsun

Naast Strindberg en Ibsen is Knut Hamsun denkelijk de derde Scandinavische schrijver van wie een beetje doorgewinterde Nederlandse lezer op z’n minst de naam kent. Rond 1900 was hij ook hier te lande immens populair, om later weer verguisd en haast in vergetelheid te raken, zoals hier uitvoerig toegelicht wordt. Zijn niet al te zuivere politieke … Lees verder “Scandinavische zomer: Pan (1894) van Knut Hamsun”

‘Het leven is zwaar maar kostelijk.’ Gerard van den Hoek, Carel de Nerée tot Babberich en Ellen Forest

‘Gerard van den Hoek? Is dat niet de naam van buurman van op de hoek?’ Dat zou natuurlijk kunnen, maar het is ook de naam van een jonggestorven literaire scribent. Van den Hoek werd geboren in 1892 en was in 1916 reeds niet meer onder ons. Kort na zijn dood, in 1916 nog, verscheen de … Lees verder “‘Het leven is zwaar maar kostelijk.’ Gerard van den Hoek, Carel de Nerée tot Babberich en Ellen Forest”

De decadente zon – Ernest Dowson vertaald

‘Transition’ van Ernest Dowson (1867-1900) is een traditioneel afscheidsgedicht: de spreker staat aan het einde van de zomer en zegt zijn geliefde vaarwel. De beelden waarin Dowson zijn levensgevoel verwoordt zijn al even bekend – de ondergaande zon, het vallen van bladeren, de aantocht van de winter – maar dit doet niets af aan de kunst waarmee Dowson ze samenweeft. […]

‘Transition’ van Ernest Dowson (1867-1900) is een traditioneel afscheidsgedicht: de spreker staat aan het einde van de zomer en zegt zijn geliefde vaarwel. De beelden waarin Dowson zijn levensgevoel verwoordt zijn al even bekend – de ondergaande zon, het vallen van bladeren, de aantocht van de winter – maar dit doet niets af aan de kunst waarmee Dowson ze samenweeft. […]

Een ‘Mode-Dekadentje’ en het model voor Nescio’s Uitvreter?

Een betrekkelijk rijke bron voor ons nimmer aflatend onderzoek naar polderdecadentisme en aanverwante stromingen zijn de met name wat minder bekende tijdschriften. En aangezien het dwepen met decadentie bij de meeste mensen — uitzonderingen daargelaten — een voorbijgaande fase is, die zich zo ongeveer rond het twintigste levensjaar afspeelt, bieden binnen die context vooral studentenbladen een weinig bestudeerde maar interessante schat aan informatie. Onlangs stuitten wij op een wel heel interessant en opmerkelijk voorbeeld. […]

Een betrekkelijk rijke bron voor ons nimmer aflatend onderzoek naar polderdecadentisme en aanverwante stromingen zijn de met name wat minder bekende tijdschriften. En aangezien het dwepen met decadentie bij de meeste mensen — uitzonderingen daargelaten — een voorbijgaande fase is, die zich zo ongeveer rond het twintigste levensjaar afspeelt, bieden binnen die context vooral studentenbladen een weinig bestudeerde maar interessante schat aan informatie. Onlangs stuitten wij op een wel heel interessant en opmerkelijk voorbeeld. […]

Een mengelmoes van goeden smaak en decadentie — Opstand (1901) van J.W. Broedelet

J.W. Broedelet (1877-1946) was, net als zijn kleinzoon Remco Campert, niet bang voor een beetje morele opschudding. ‘Herman ontwaakte in de armen zijner maîtres’ luidt de eerste zin van deze zo’n 600 bladzijden tellende roman over jonge lieden die het leven vurrukkulluk vinden en daar nog van genieten ook. Leuk en dapper, maar in het literaire Nederland van rond 1900 kun je het zo wel vergeten natuurlijk. […]

J.W. Broedelet (1877-1946) was, net als zijn kleinzoon Remco Campert, niet bang voor een beetje morele opschudding. ‘Herman ontwaakte in de armen zijner maîtres’ luidt de eerste zin van deze zo’n 600 bladzijden tellende roman over jonge lieden die het leven vurrukkulluk vinden en daar nog van genieten ook. Leuk en dapper, maar in het literaire Nederland van rond 1900 kun je het zo wel vergeten natuurlijk. […]

‘When the world was five centuries younger’ — Johan Huizinga en Baron Corvo

Sta me toe een klein detail toe te voegen aan het verder complete en interessante verhaal van Wessel Krul in het door u uiteraard ondertussen van kaft tot kaft gelezen Lopende Vuurtjes. In zijn artikel ‘Teleurstellingen en ontdekkingen. Johan Huizinga en Engeland, 1899-1914’ schrijft hij: [Huizinga heeft] herhaaldelijk aangegeven hoeveel de cultuur van het fin de siècle voor … Lees verder “‘When the world was five centuries younger’ — Johan Huizinga en Baron Corvo”

De Nerée’s navolger: Caspar baron van Breugel Douglas

Na jaren tevergeefs zoeken in de context van het Beardsley-in-Holland-project kunnen we nu hier eindelijk twee kunstwerken laten zien van niemand minder dan Casper van Breugel Douglas: ‘Toneelscène met een gemaskerde Pierrot en licht verschrikte dame’ en ‘Toneelscène met gemaskerde Pierrot en dame gekleed in imponerende zwarte strapless jurk’. De titels zijn overgenomen van de Amsterdamse veiling, waar ze in 1990 onder de hamer zijn gebracht. […]

Na jaren tevergeefs zoeken in de context van het Beardsley-in-Holland-project kunnen we nu hier eindelijk twee kunstwerken laten zien van niemand minder dan Casper van Breugel Douglas: ‘Toneelscène met een gemaskerde Pierrot en licht verschrikte dame’ en ‘Toneelscène met gemaskerde Pierrot en dame gekleed in imponerende zwarte strapless jurk’. De titels zijn overgenomen van de Amsterdamse veiling, waar ze in 1990 onder de hamer zijn gebracht. […]

Over ‘Larec Eeren’: de jongere kunstbroeder van…

Men zou het weinig bekende werk van Frans Joseph Marie de Nerée tot Babberich (1882-1929) kunnen scharen onder de lopende reeks ‘ Beardsley in Holland’, maar daarmee doe je de kunsthistorische werkelijkheid enigszins geweld aan. Hij haalde de artistieke mosterd immers niet bij Aubrey Beardsley vandaan, maar bij het fraaie werk van zijn iets oudere en bekendere broer Carel (1880-1909). […]

Men zou het weinig bekende werk van Frans Joseph Marie de Nerée tot Babberich (1882-1929) kunnen scharen onder de lopende reeks ‘ Beardsley in Holland’, maar daarmee doe je de kunsthistorische werkelijkheid enigszins geweld aan. Hij haalde de artistieke mosterd immers niet bij Aubrey Beardsley vandaan, maar bij het fraaie werk van zijn iets oudere en bekendere broer Carel (1880-1909). […]

Bonne nuit, mon amant! bonne nuit, mon frère! — Louis Couperus en de incestueuze zonde

Het werk van Louis Couperus laat zich eigenlijk minder goed vergelijken met Europese giganten als Thomas Mann, Henry James of Marcel Proust, dan met eveneens grote maar minder zwaarwichtige en populairdere schrijvers als Guy de Maupassant, Pierre Louÿs, Gabriele d’Annunzio en Jean Lorrain. Hoewel de naam in de Couperusstudie nauwelijks wordt genoemd, heeft ook het werk van Catulle Mendès, de vroege verdediger van Wagner en het symbolisme, wellicht een rol gespeeld in de literaire vorming van de Haagse auteur.

Het werk van Louis Couperus laat zich eigenlijk minder goed vergelijken met Europese giganten als Thomas Mann, Henry James of Marcel Proust, dan met eveneens grote maar minder zwaarwichtige en populairdere schrijvers als Guy de Maupassant, Pierre Louÿs, Gabriele d’Annunzio en Jean Lorrain. Hoewel de naam in de Couperusstudie nauwelijks wordt genoemd, heeft ook het werk van Catulle Mendès, de vroege verdediger van Wagner en het symbolisme, wellicht een rol gespeeld in de literaire vorming van de Haagse auteur.