Ilja Leonard Pfeijffer, Jeanne Reyneke van Stuwe en ‘de eerste Sonnettenkrans’.

Ilja Leonard Pfeijffer, wie is dat eigenlijk? Welnu, voor degenen die net inschakelen, hij is – we zochten even het op – een dichter, classicus en een man met lange haren en stellige meningen. Een belángrijk man kortom, die veel weet en ook nog eens, zo lazen wij zojuist in een interview in de Volkskrant, de enorme … Lees verder “Ilja Leonard Pfeijffer, Jeanne Reyneke van Stuwe en ‘de eerste Sonnettenkrans’.”

Eerste gepubliceerde gedicht van Leopold gevonden

Het is in elke literatuurgeschiedenis te vinden: de dichter Jan Hendrik Leopold (1865-1925) debuteerde in De nieuwe gids van juli 1893 met de reeks ‘Zes Christus-Verzen’. Zonder de Gorter van Verzen 1890 en zonder een heleboel andere elementen uit het avant-garde-discours van toen was die reeks niet denkbaar geweest. Als je vanuit nu terugkijkt vormen … Lees verder “Eerste gepubliceerde gedicht van Leopold gevonden”

Jaloers op de doden – Over José Asunción Silva (1865-1896)

Zijn leven werd omgeven door sterfte en verval. Een oom pleegde zelfmoord, een grootvader werd vermoord en drie broers en zussen lieten het leven nog voor hij tien was. Later stierf ook zijn zus Elvira, voor wie hij waarschijnlijk amoureuze gevoelens koesterde. Haar dood vormde de aanleiding voor één van zijn bekendste gedichten: Nocturno. Daarin … Lees verder “Jaloers op de doden – Over José Asunción Silva (1865-1896)”

‘Zoo kwam ‘k tot u, o Meester’ – Een gedicht voor Eduard Thorn Prikker

Eerder publiceerden wij hier een reeks gedichten voor Jan Toorop. Een gedicht dat is opgedragen aan zijn symbolistische kunstbroeder Johan Thorn Prikker waren we nog niet tegengekomen. Misschien verlokten Thorn Prikkers werk en persoonlijkheid minder tot poëtische adoratie? Wie echter wél een dweperig gedicht kreeg opgedragen is Thorn Prikkers broer, onze cultheld Eduard. In 1908 verschenen … Lees verder “‘Zoo kwam ‘k tot u, o Meester’ – Een gedicht voor Eduard Thorn Prikker”

Een berispend gedichtje naar aanleiding van Couperus’ Metamorfoze

Een aardig en bij mijn weten niet eerder opgemerkt Couperus-trivium met betrekking tot zijn eind 1897 verschenen roman Metamorfoze. U uiteraard welbekend, aangezien het een van Couperus’ allermooiste is. Want wie herkent zich niet in de modern-artistieke dilemma’s en growing pains van hoofdpersonage Hugo Aylva? Welnu, in ieder geval niet de dames van de Nationale … Lees verder “Een berispend gedichtje naar aanleiding van Couperus’ Metamorfoze

Het Huis Lauernesse

De wind beweegt het snoer tegen een kast, / de stekker tikt de maat. Een deur klapt dicht. / De houten vloeren werken in de hitte. / Er is iets dat in dit vertrek niet past.

De wind beweegt het snoer tegen een kast, / de stekker tikt de maat. Een deur klapt dicht. / De houten vloeren werken in de hitte. / Er is iets dat in dit vertrek niet past.

De Keltische schemer

Als nationalist en theatermaker was W.B. Yeats een man van de wereld, maar als dichter was hij een man van de droom. Dit geldt zeker voor de poëzie die hij vóór de eeuwwisseling schreef. Moegestreden door de werkelijkheid droomde hij als Dante van de liefde en als Wordsworth van de natuur. Beide dromen vermengde hij … Lees verder “De Keltische schemer”

Eindeloze weemoed – Lord Alfred Douglas

Lord Alfred Douglas (1870-1945) had als dichter – zo niet als mens – de pech dat hij het bed deelde met de bekendste der decadente schrijvers. Hierdoor is minder bekend dat hij naast Oscar Wildes hart ook de snaren van de Engelse dichtkunst regelmatig beroerde. Gelukkig werd op rond1900.nl al enige malen aandacht aan zijn … Lees verder “Eindeloze weemoed – Lord Alfred Douglas”

Oscar Wilde – Vallend bloemblad: verzamelde korte gedichten

‘De dichter is Wilde, zijn gedichten tam’ – zo schreef een recensent over Poems (1881) van Oscar Wilde. Tegenwoordig kennen we Wilde vooral van zijn latere romankunst en toneelstukken; de poëzie die eerder uit zijn decadente pen vloeide wordt minder gelezen en vaak terzijde geschoven als onorigineel. Dixit Harold Bloom in The Anxiety of Influence (1973): ‘Oscar Wilde wist dat hij als dichter gefaald had omdat hij ten onder ging aan zijn angst voor beïnvloeding’. De nieuwe uitgave Vallend bloemblad is een goede reden om ons af te vragen: is dit harde oordeel over Wilde’s dichtkunst terecht? […]

‘De dichter is Wilde, zijn gedichten tam’ – zo schreef een recensent over Poems (1881) van Oscar Wilde. Tegenwoordig kennen we Wilde vooral van zijn latere romankunst en toneelstukken; de poëzie die eerder uit zijn decadente pen vloeide wordt minder gelezen en vaak terzijde geschoven als onorigineel. Dixit Harold Bloom in The Anxiety of Influence (1973): ‘Oscar Wilde wist dat hij als dichter gefaald had omdat hij ten onder ging aan zijn angst voor beïnvloeding’. De nieuwe uitgave Vallend bloemblad is een goede reden om ons af te vragen: is dit harde oordeel over Wilde’s dichtkunst terecht? […]