Jacob Israël de Haan Lezing

Donderdag 15 november geeft Mary Kemperink de vierde Jacob Israël de Haan Lezing: over homoseksualiteit in de Nederlandse literatuur rond 1900. Naast uiteraard De Haan zullen ook Louis Couperus en Maurits Wagenvoort aan bod komen. Lokatie: UvA, Bijzondere Collecties, Oude Turfmarkt 129, 17.00-19.00. Aanmelding wordt op prijs gesteld: receptie-otm@uva.nl of 020–5257300.

Donderdag 15 november geeft Mary Kemperink de vierde Jacob Israël de Haan Lezing: over homoseksualiteit in de Nederlandse literatuur rond 1900. Naast uiteraard De Haan zullen ook Louis Couperus en Maurits Wagenvoort aan bod komen. Lokatie: UvA, Bijzondere Collecties, Oude Turfmarkt 129, 17.00-19.00. Aanmelding wordt op prijs gesteld: receptie-otm@uva.nl of 020–5257300.

Bonne nuit, mon amant! bonne nuit, mon frère! — Louis Couperus en de incestueuze zonde

Het werk van Louis Couperus laat zich eigenlijk minder goed vergelijken met Europese giganten als Thomas Mann, Henry James of Marcel Proust, dan met eveneens grote maar minder zwaarwichtige en populairdere schrijvers als Guy de Maupassant, Pierre Louÿs, Gabriele d’Annunzio en Jean Lorrain. Hoewel de naam in de Couperusstudie nauwelijks wordt genoemd, heeft ook het werk van Catulle Mendès, de vroege verdediger van Wagner en het symbolisme, wellicht een rol gespeeld in de literaire vorming van de Haagse auteur.

Het werk van Louis Couperus laat zich eigenlijk minder goed vergelijken met Europese giganten als Thomas Mann, Henry James of Marcel Proust, dan met eveneens grote maar minder zwaarwichtige en populairdere schrijvers als Guy de Maupassant, Pierre Louÿs, Gabriele d’Annunzio en Jean Lorrain. Hoewel de naam in de Couperusstudie nauwelijks wordt genoemd, heeft ook het werk van Catulle Mendès, de vroege verdediger van Wagner en het symbolisme, wellicht een rol gespeeld in de literaire vorming van de Haagse auteur.

Essay over Couperus bekroond

‘”En voor het eerst waardeerde hij” en voor het eerst was ik na het lezen van een laatste zin dusdanig overdonderd dat ik niet onmiddellijk verder ging met de volgende taak op mijn lijst achterstallige studiewerkzaamheden. De relevantie van literatuur? Literatuur zou mijn broodwinning worden.’ De essaywedstrijd ‘Lof der Letteren’  van De Groene Amsterdammer is gewonnen door Lieke van Berg met een literatuurwetenschappelijk essay over Couperus’  alltime classic Metamorfoze (1897). Leest u hier het hele essay.

‘”En voor het eerst waardeerde hij” en voor het eerst was ik na het lezen van een laatste zin dusdanig overdonderd dat ik niet onmiddellijk verder ging met de volgende taak op mijn lijst achterstallige studiewerkzaamheden. De relevantie van literatuur? Literatuur zou mijn broodwinning worden.’ De essaywedstrijd ‘Lof der Letteren’  van De Groene Amsterdammer is gewonnen door Lieke van Berg met een literatuurwetenschappelijk essay over Couperus’  alltime classic Metamorfoze (1897). Leest u hier het hele essay.

De Grote Gele M.

In 2000 publiceerde Erik Löffler het interessante artikel ‘Een kleine stilistische vergelijking: Couperus en d’Annunzio’ in Arabesken. Desgewenst kunt u nu zelf  stilistisch gaan vergelijken, maar natuurlijk ook gewoon rustig lezen: onlangs verscheen van Löffler de dichtbundel De Grote Gele M.  U kunt deze bijvoorbeeld hier bestellen.

In 2000 publiceerde Erik Löffler het interessante artikel ‘Een kleine stilistische vergelijking: Couperus en d’Annunzio’ in Arabesken. Desgewenst kunt u nu zelf  stilistisch gaan vergelijken, maar natuurlijk ook gewoon rustig lezen: onlangs verscheen van Löffler de dichtbundel De Grote Gele M.  U kunt deze bijvoorbeeld hier bestellen.

Beardsley in Holland: Bernard Reith

In de uitvoerige zoektocht van de laatste jaren naar echo’s van Aubrey Beardsley in Nederlandse kunst, waarvan hierin het resultaat te lezen is, kwamen uiteraard ook twijfelgevallen voorbij: is in dit werk, bij deze kunstenaar, wel of geen stijlelementen van Beardsley aan te wijzen? Een van die figuren is Bernard Reith (1894-1974), wiens tekeningen voor een uitgave van Psyche bij bibliofiele Couperianen welbekend zijn. […]

In de uitvoerige zoektocht van de laatste jaren naar echo’s van Aubrey Beardsley in Nederlandse kunst, waarvan hierin het resultaat te lezen is, kwamen uiteraard ook twijfelgevallen voorbij: is in dit werk, bij deze kunstenaar, wel of geen stijlelementen van Beardsley aan te wijzen? Een van die figuren is Bernard Reith (1894-1974), wiens tekeningen voor een uitgave van Psyche bij bibliofiele Couperianen welbekend zijn. […]

Verwaaid in de wind? Over Ernest Dowson

Hoewel zijn naam inmiddels vergeten is, zwerven er nog altijd dichtregels rond van de Engelse schrijver Ernest Dowson (1867-1900). Wie heeft immers nooit gehoord van Gone with the Wind, titel van Mitchells roman en de beroemde verfilming uit 1939? En ook de film en jazz standard Days of Wine and Roses (1962) zal bij velen bekend voorkomen. Beide uitdrukkingen danken we aan de bijzondere woordkunst van deze Engelse dichter, die symbool staat voor de decadente poëzie uit het Engelse fin de siècle. […]

Hoewel zijn naam inmiddels vergeten is, zwerven er nog altijd dichtregels rond van de Engelse schrijver Ernest Dowson (1867-1900). Wie heeft immers nooit gehoord van Gone with the Wind, titel van Mitchells roman en de beroemde verfilming uit 1939? En ook de film en jazz standard Days of Wine and Roses (1962) zal bij velen bekend voorkomen. Beide uitdrukkingen danken we aan de bijzondere woordkunst van deze Engelse dichter, die symbool staat voor de decadente poëzie uit het Engelse fin de siècle. […]

Een studentikoze anekdote over Louis Couperus

Vlak na het overlijden van Louis Couperus stelde zijn biograaf in spé Henri van Booven en zijn jeugdvriend Frans Netscher een plakboek samen over de auteur. Eén aardig krantenknipsel daaruit bevestigt weer eens de reputatie van Couperus als clowneske fat. […]

Vlak na het overlijden van Louis Couperus stelde zijn biograaf in spé Henri van Booven en zijn jeugdvriend Frans Netscher een plakboek samen over de auteur. Eén aardig krantenknipsel daaruit bevestigt weer eens de reputatie van Couperus als clowneske fat. […]

Een obscuur en extatisch gedicht uit 1894

Een literaire jeugdzonde van waarschijnlijk één of andere hoge Haagse ambtenaar. Van extaze naar verzekeringen: ‘Extazen sterven in verten weg als ’t wel en wee uit ’t sprookje, dat we als kindren ’t liefste lazen…’

Een literaire jeugdzonde van waarschijnlijk één of andere hoge Haagse ambtenaar. Van extaze naar verzekeringen: ‘Extazen sterven in verten weg als ’t wel en wee uit ’t sprookje, dat we als kindren ’t liefste lazen…’

De duivel als literair agent in een decadente bestseller uit 1895

In het onlangs verschenen laatste nummer van het fraaie tijdschrift De Boekenwereld, dat is gewijd aan het verschijnsel van de literaire agent, staat te lezen dat dit beroep in de tweede helft van de negentiende eeuw in Engeland is ontstaan. In de roman ‘The Sorrows of Satan; Or, the Strange Experience of One Geoffrey Tempest, Millionaire’ (1895) van Marie Corelli wordt wel een zeer bijzondere ‘literary agent’ opgevoerd . Een armoedige en onsuccesvol schrijver wordt schathemelrijk én een gevierd auteur door de literaire bemiddeling van Satan zelve. […]

In het onlangs verschenen laatste nummer van het fraaie tijdschrift De Boekenwereld, dat is gewijd aan het verschijnsel van de literaire agent, staat te lezen dat dit beroep in de tweede helft van de negentiende eeuw in Engeland is ontstaan. In de roman ‘The Sorrows of Satan; Or, the Strange Experience of One Geoffrey Tempest, Millionaire’ (1895) van Marie Corelli wordt wel een zeer bijzondere ‘literary agent’ opgevoerd . Een armoedige en onsuccesvol schrijver wordt schathemelrijk én een gevierd auteur door de literaire bemiddeling van Satan zelve. […]

Een Couperusprijsvraag uit 1918 (2)

De bijdrage van vorige week over de Couperusprijsvraag in het weekblad De Amsterdammer leverde diverse reacties op, maar ook vragen: wie waren dan de kunstenaars die de laatste twee naamloze tekeningen inzonden? Eén ervan kan door een mooi toeval alvast geïdentificeerd worden. […]

De bijdrage van vorige week over de Couperusprijsvraag in het weekblad De Amsterdammer leverde diverse reacties op, maar ook vragen: wie waren dan de kunstenaars die de laatste twee naamloze tekeningen inzonden? Eén ervan kan door een mooi toeval alvast geïdentificeerd worden. […]